In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte is beschuldigd van grafschennis, gepleegd in de periode van 11 tot en met 18 augustus 2019 te Diessen, gemeente Hilvarenbeek. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk een graf heeft geschonden door een grafsteen van zijn grootouders op de grafsteen van de vader van de aangever te plaatsen. De verdachte heeft verklaard dat hij de grafsteen heeft gelijmd met kit, maar het hof heeft deze verklaring als ongeloofwaardig terzijde geschoven, gezien de schade aan de grafsteen en de intentie van de verdachte om het graf te schenden.
Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal in overweging genomen en is van oordeel dat een voorwaardelijke taakstraf van 20 uren, subsidiair 10 dagen hechtenis, met een proeftijd van 2 jaren, passend is. De verdachte heeft geen respect getoond voor de overledene en diens nabestaanden, wat de openbare orde heeft verstoord. De benadeelde partij heeft zijn vordering tot schadevergoeding laten vervallen, waardoor het hof deze niet-ontvankelijk heeft verklaard. De beslissing is gebaseerd op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, waaronder artikel 149, dat grafschennis regelt.