ECLI:NL:GHSHE:2023:495

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
8 februari 2023
Publicatiedatum
9 februari 2023
Zaaknummer
200.321.883_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek in strafzaak behandeld door Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Op 8 februari 2023 heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch een wrakingsverzoek behandeld dat op 20 januari 2023 door de verzoeker is ingediend. De verzoeker, geboren in 1985 in de Bondsrepubliek Duitsland en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, heeft het verzoek ingediend tegen de rechter die op 20 januari 2023 om 15:00 uur de zitting zou leiden. Tijdens deze zitting was de verzoeker niet persoonlijk aanwezig, maar vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. M.C.J. Heinen. De raadsman vroeg om een telefonische verbinding met de verzoeker, maar na bezwaar van de advocaat-generaal heeft het hof besloten de zitting niet inhoudelijk te behandelen en de verbinding te verbreken.

Na de sluiting van het onderzoek op 20 januari 2023, heeft de verzoeker een wrakingsverzoek ingediend via e-mail, waarin hij enkel vermeldde: 'Geachte rechtbank Ik wraak de rechter voor de zitting op 1500 uur'. De wrakingskamer heeft geoordeeld dat dit verzoek niet voldoet aan de eisen van artikel 512 en 513 van het Wetboek van Strafvordering, omdat het verzoek niet gemotiveerd is en er geen concrete feiten of omstandigheden zijn genoemd die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken.

De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat er geen reden is voor een mondelinge behandeling van het verzoek en heeft besloten het wrakingsverzoek buiten behandeling te stellen. De hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek. De beslissing is genomen door de leden van de wrakingskamer, met inachtneming van de afwezigheid van mr. Stienissen bij de ondertekening.

Uitspraak

Wrakingskamer
Zaaknummer: 200.321.883/01
Wrakingsnummer: Wr 392-01-2023
Uitspraak: 8 februari 2023
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van een wrakingsverzoek van het gerechtshof 's-Hertogenbosch
gegeven op het schriftelijke verzoek als bedoeld in artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv), ingekomen ter griffie van het hof op 20 januari 2023 in de zaak met parketnummer [parketnummer], in hoger beroep aanhangig bij de meervoudige strafkamer van dit gerechtshof, ingediend door:
[verzoeker] ,
geboren te [geboorteplaats] (Bondsrepubliek Duitsland) op [geboortedatum] 1985, zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande, postadres: [postadres] ,
hierna te noemen: ‘verzoeker’,
strekkende tot wraking van “de rechter voor de zitting op 1500 uur.”

1.Procesverloop

1.1.
Het hof, in de samenstelling van mrs. J. Platschorre (voorzitter), S. Taalman en R.G.A. Beaujean, raadsheren, heeft ter terechtzitting van 20 januari 2023 de tegen verzoeker aanhangig gemaakte strafzaak onder parketnummer [parketnummer] behandeld.
1.2. Verzoeker is opgeroepen om op 20 januari 2023 te 15:00 uur ter terechtzitting van het hof te verschijnen teneinde tegenwoordig te zijn bij de nadere behandeling van de strafzaak.
1.3.
Verzoeker is niet in persoon verschenen. Zijn ter terechtzitting aanwezige raadsman mr. M.C.J. Heinen heeft het hof verzocht om verzoeker telefonisch deel te laten nemen aan de terechtzitting.
1.4.
Na aanvankelijk met instemming van het hof een telefonische verbinding tussen de raadsman en verzoeker tot stand is gebracht heeft, na bezwaar van de advocaat-generaal tegen de gang van zaken, het hof, na onderbreking van de zitting voor beraad, medegedeeld dat het de strafzaak vandaag niet inhoudelijk (zal) gaan behandelen en de raadsman verzocht om de telefonische verbinding met de verdachte te verbreken. De raadsman heeft daaraan gehoor gegeven.
1.5.
Na voortgezet debat ter zitting heeft de voorzitter het onderzoek gesloten en medegedeeld dat volgens de beslissing van het gerechtshof de uitspraak - bij eindarrest of tussenarrest - zal plaatsvinden ter terechtzitting van 3 februari 2023 te 09:00 uur.
1.6.
Het proces-verbaal van de terechtzitting bevat de volgende voetnoot:
“na sluiting van het onderzoek deelde de deurwaarder mede dat de verdachte zojuist naar de balie van de rechtbank had gebeld met een wrakingsverzoek. De verdachte heeft op 20 januari 2023 te 15:24 uur het wrakingsverzoek gemaild naar het kabinet van de rechter-commissaris [Rechtbank] Oost-Brabant, welk verzoek diezelfde dag te 15:51 uur door de strafgriffie van het hof is ontvangen.”
1.7.
De wrakingskamer heeft de e-mails van 20 januari 2023 te 15:24 uur en 15:51 uur ontvangen.
De e-mail van verzoeker van 20 januari 2023 te 15:24 uur vermeldt uitsluitend “Geachte rechtbank Ik wraak de rechter voor de zitting op 1500 uur”.

2.Ontvankelijkheid van het wrakingsverzoek

2.1.
Op grond van artikel 512 Sv kan elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.2.
Ingevolge artikel 513 lid 2 Sv moet een wrakingsverzoek worden gemotiveerd. Dit houdt in dat het verzoek ten aanzien van een of meer rechters concrete feiten of omstandigheden dient te vermelden waardoor volgens de verzoeker de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.3.
De wrakingskamer is van oordeel:
  • dat de in 1.6 genoemde telefonische mededeling aan de balie van de rechtbank niet kan worden aangemerkt als een mondeling wrakingsverzoek “tijdens de terechtzitting” als bedoeld in artikel 513 lid 2 Sv., daargelaten de vraag of de zitting op dat moment plaatsvond;
  • dat het in de voetnoot bij het proces-verbaal genoemde “wrakingsverzoek” gelet op de artikelen 512 en 513 Sv die kwalificatie niet kan dragen:
- iedere motivering ontbreekt, immers de e-mail van 20 januari 2023 te 15:24 uur luidt slechts “Geachte rechtbank Ik wraak de rechter voor de zitting op 1500 uur”;
- daarmee ontbreekt
a. een voldoende duidelijke vermelding op wíe van de leden van de in 1.1. genoemde kamer het “ik wraak de rechter” betrekking heeft;
b. de vermelding van concrete feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Bij de wrakingskamer is geen nadere motivering binnengekomen, daargelaten de vraag of dit tijdig geweest zou zijn. Navraag door de wrakingskamer bij de griffier heeft geleerd dat ook bij de in 1.1. genoemde kamer geen nadere motivering binnengekomen is.
2.4.
In aanmerking genomen hetgeen hiervoor is overwogen bestaat geen reden voor
een mondelinge behandeling. Het ‘wrakingsverzoek’ zal buiten behandeling worden gesteld.
BESLISSING
De wrakingskamer:
stelt het wrakingsverzoek buiten behandeling;
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek;
beveelt de onverwijlde mededeling van deze beslissing aan verzoeker, het Openbaar Ministerie en de in 1.1. genoemde raadsheren..
Aldus gegeven te ’s-Hertogenbosch op 8 februari 2023 door mrs. J.W. van Rijkom, M.G.W.M. Stienissen en J.I.M.W. Bartelds, leden, bijgestaan door mr. M.A.H. Fransen, griffier.
Mr. Stienissen is buiten staat deze beslissing te ondertekenen.