In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 9 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van drie minderjarige kinderen. De moeder, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 4 augustus 2022, waarin de ondertoezichtstelling van haar kinderen werd verlengd tot 10 augustus 2023. De moeder voerde aan dat zij niet op de juiste wijze was opgeroepen voor de zitting in eerste aanleg en dat de beslissing onvoldoende was gemotiveerd. De gecertificeerde instelling (GI) voerde aan dat er nog steeds zorgen waren over de ontwikkeling van de kinderen, vooral in verband met de moeder's omgang met haar ex-partners. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 januari 2023 heeft het hof de moeder gehoord, evenals vertegenwoordigers van de GI. Het hof oordeelde dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk bleef, gezien de zorgen over de ontwikkeling van de kinderen en de rol van de moeder in hun opvoeding. Het hof bekrachtigde de beschikking van de rechtbank, waarbij het belang van de kinderen voorop stond. De beslissing benadrukt de noodzaak van hulpverlening voor de moeder om de opvoedsituatie voor de kinderen te waarborgen.