ECLI:NL:GHSHE:2023:4394

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
30 oktober 2023
Publicatiedatum
19 april 2024
Zaaknummer
20-001386-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot woninginbraak met geweld in vereniging

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 30 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg. De verdachte, geboren in 1985 en wonende in Polen, was eerder vrijgesproken van de tenlastegelegde poging tot woninginbraak. De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld, waarna het hof de zaak opnieuw heeft beoordeeld. De verdachte werd beschuldigd van een poging tot woninginbraak op 18 mei 2022 te Venlo, waarbij hij samen met een mededader de woning van de aangever binnenging met het oogmerk om goederen te stelen. Tijdens de inbraak werd de aangever geconfronteerd met de indringers, waarna geweld werd gebruikt om te ontsnappen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededader zich toegang tot de woning hebben verschaft door middel van braak en dat zij de aangever hebben vastgepakt en geduwd. Het hof heeft de eerdere vrijspraak vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden, met aftrek van voorarrest. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 63 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001386-23
Uitspraak : 30 oktober 2023
TEGENSPRAAK (ex art. 279 Sv)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 10 mei 2023, in de strafzaak met parketnummer 03-109374-23 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag 1] 1985,
wonende te [adres 1] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde.
De officier van justitie heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het tenlastegelegde bewezen zal verklaren, in die zin dat bewezen wordt verklaard een poging woninginbraak in vereniging, en de verdachte te dien aanzien te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden, met aftrek van voorarrest.
De raadsvrouw van de verdachte heeft primair integrale vrijspraak bepleit. Subsidiair is partiële vrijspraak bepleit. Meer subsidiair is door de raadsvrouw een straftoemetingsverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 18 mei 2022 te Venlo tezamen en in vereniging met (een) (of meer) ander(en), althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 2] , alwaar verdachte en/of zijn/haar mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om goederen van zijn/hun gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, - het cilinderslot van de achterdeur heeft/hebben vernield en/of - vervolgens voornoemde woning naar binnen is/zijn gegaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke poging tot diefstal werd vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of (een) ander(e) deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door die [benadeelde] vast te pakken en/of te duwen;
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 18 mei 2022 te Venlo tezamen en in vereniging met een ander in een woning, te weten [adres 2] , alwaar verdachte en zijn mededader zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om goederen van hun gading die geheel of ten dele aan [benadeelde] , toebehoorden weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak,
- het cilinderslot van de achterdeur hebben vernield en
- vervolgens voornoemde woning naar binnen zijn gegaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke poging tot diefstal werd gevolgd van geweld tegen [benadeelde] , gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en een andere deelnemer aan het misdrijf de vlucht mogelijk te maken door die [benadeelde] vast te pakken en te duwen;
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen [1]
1.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 18 mei 2022 (pg. 6 t/m 8), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [benadeelde] :
Ik wens aangifte te doen van inbraak in onze woning gelegen aan [adres 2] . De woning is ons eigendom.
Op woensdag 18 mei 2022, omstreeks 01.25 uur, werd ik wakker van het geluid van stemmen in onze woning. Ik hoorde dat er mensen in de woning aan het praten waren.
Ik ben toen opgestaan en ben naar de badkamer gelopen. Toen ik op
de overloop stond zag ik dat er twee personen in de badkamer waren. Ik zag dat één
van de twee personen op zijn knieën voor het badkamermeubel zat. De andere persoon stond met zijn rug naar mij toe. De lamp van de badkamer was aangezet. Ik ben vervolgens verder gelopen en ben de ruimte die voor de badkamer waar de wc en de wasmachine staan ingelopen. Toen zag ik pas dat het twee vreemde mannen waren die in de badkamer waren.
De man die op zijn knieën voor het badkamermeubel zat kan ik als volgt beschrijven:
-blanke man
-lengte ongeveer 1.80 meter
-rond gezicht, oost Europees
-stevig/gespierd postuur
-millimeter haar
-sprak in een vreemde taal
-donkere kleding, in elk geval een zwarte broek.
De man die met de rug naar mij stond kan ik als volgt beschrijven:
-blanke man
-lengte ongeveer 1.80 meter
-rond gezicht, oost Europees
-gespierd postuur
-millimeter haar
-sprak in de vreemde taal
-in de kleding zat iets wat geel van kleur was.
Ik heb de twee mannen vervolgens aangesproken "wat is dat hier" of woorden van
gelijke strekking. Volgens mij schrokken ze niet van mij, ze keken mij alleen maar aan. Ik zag en hoorde dat ze iets tegen elkaar zeiden in een voor mij vreemde taal. Vervolgens kwam de man die stond naar mij en pakte mij met beide handen vast bij mijn hals en drukte mij tegen de wasmachine aan. Hij hield mij vervolgens vast waardoor de andere man die stond naar mij toe en pakte mij met beide handen vast bij mijn hals en drukte mij tegen de wasmachine aan. Hij hield mij vervolgens vast waardoor de andere man achter ons langs kon lopen en via de trap naar beneden kon rennen. Toen hij ons had gepasseerd liet de man mij los en rende ook de trap af naar beneden. Toen de man mij vasthield keek hij mij aan en zei iets tegen mij wat ik niet kon verstaan.
Toen de man mij bij mijn hals vasthield deed dat geen pijn, hij hield mij alleen maar
tegen. Nadat de beide mannen de trap af waren gerend ben ik er achteraan gelopen. Ik zag dat de beide mannen via de eetkamer naar de keuken liepen en vervolgens via de achterdeur in de serre onze woning verlieten. Ik zag ze vervolgens via de tuinpoort vluchten.
Toen de mannen weg waren, zag ik dat de cilinder geheel uit het slot gehaald was. Ik zag dat één gedeelte van de cilinder binnen op de grond voor de achterdeur lag.
Ik zag dat men aan de buitenzijde een afdekplaatje van het cilinderslot had verwijderd, deze lag in de hoek op de grond. Ik zag verder dat er één terrasstoel voor de pui van de serre was gezet, deze stond gewoon bij de tafel op het terras.
Tevens zag dat twee plekjes spuug op ongeveer 1 meter voor de achterdeur op de grond lagen. Deze spuug was vers en zeker niet van ons.
Beide mannen zijn alleen in de badkamer geweest. Zoals ik dat nu heb kunnen zien
hebben ze alleen maar het badkamermeubel doorzocht maar geen goederen weggenomen.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 mei 2022 (pg. 22), voor zover inhoudende als relaas verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
Op 18 mei 2022, omstreeks 01.30 uur, kregen wij de melding om te gaan naar [adres 2] , alwaar de bewoner twee inbrekers had overlopen op de badkamer.
Wij zijn we naar de betreffende woning gegaan en daar werden we door de bewoner binnen gelaten. Vervolgens zijn wij samen met de bewoner naar de eerste etage gelopen. Aldaar hebben wij in de badkamer gekeken. Wij zagen dat de deurtjes en laden van het badkamermeubel open stonden. Verder zagen wij dat er op de grond een geopende toilettas stond.
Daarna zijn we naar beneden gegaan en zijn we naar de achterdeur gelopen. Wij zagen dat er op de grond voor de achterdeur aan de binnenzijde een gebroken gedeelte van het cilinderslot lag.
Ik, [verbalisant 1] , heb de deur vervolgens met mijn zaklamp geopend. Wij zagen dat er buiten voor de pui een terrasstoel stond. Verder zagen wij dat er een andere terrasstoel gedraaid bij de tafel stond.
Wij zagen dat er twee plekjes verse spuug op ongeveer een meter voor de achterdeur op de grond zichtbaar waren. Dit was ook vlak voor de stoel die gedraaid aan de tafel stond. Wij hoorden dat de bewoner aangaf dat de spuug 100% zeker niet van hem of zijn vriendin was.
Wij hoorden dat de bewoner aangaf dat de terrasstoelen netjes bij de tafel stonden toen ze naar bed waren gegaan. Tevens zagen wij dat er een gedeelte van het afdekplaatje van het cilinder links in de hoek op de grond lag onder een stopcontact.
Ik, [verbalisant 1] heb vervolgens contact opgenomen met de officier van dienst Receveur die vervolgens contact opnam met de forensische opsporing omtrent het veilig stellen van de spuug. In overleg met de medewerkster van de forensische opsporing heb ik [verbalisant 2] de spuug met een steriel gaasje in een DNA kit veiliggesteld.
3.
Het proces-verbaal veiligstellen en overdracht DNA-sporendrager t.b.v. DNA-kit d.d. 20 mei 2022 (pg. 25-26), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Naar aanleiding van gekwalificeerde diefstal met geweld in/uit woning op het adres [adres 2] heb ik op woensdag 18 mei 2022 te 02:00 uur, de navolgende DNA-sporendrager(s) veiliggesteld.
Omschrijving sporendrager
Goednummer : PL2300-2022073582-1509748
SIN: AAPH7950NL
Object: Onbekend
Land: Nederland
Bijzonderheden: Speeksel/snot
Plaats van aantreffen
Buiten de tuin van de woning gelegen aan [adres 2] lagen 2 klodders speeksel/snot op een tuintegel op ongeveer 20 centimeter naast elkaar, op ongeveer 50 centimeter van de tuindeur waarvan de slot van is geforceerd.
Omschrijving sporendrager
Goednummer: PL2300-2022073582-1509749
SIN: AAPH6379NL
Object: Onbekend
Land: Nederland
Bijzonderheden: Speeksel/snot
Plaats van aantreffen
Buiten
(het hof begrijpt: in)de tuin van de woning gelegen aan [adres 2] lagen 2 klodders speeksel/snot op een tuintegel op ongeveer 20 centimeter naast elkaar, op ongeveer 50 centimeter van de tuindeur waar het slot van is geforceerd.
4.
Het proces-verbaal van biologisch vooronderzoek d.d. 8 september 2018 (pg. 40-41), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
In verband met een onderzoek naar een poging tot gekwalificeerde diefstal met geweld in/uit een woning te Venlo
(het hof begrijpt: de woning aan [adres 2] op 18 mei 2022)werd op verzoek van B.H.J. Hagens (LN002924) van de Eenheid Limburg op vrijdag 27 mei 2022 om 10:47 uur door mij een forensisch onderzoek verricht naar biologische sporen aan onderstaande sporendrager:
Sporendrager
Goednummer: PL2300-2022073582-1509748
SIN: AAPH7950NL
Object: Onbekend
Land: Nederland
Bijzonderheden: Speeksel/snot
Ik heb de groen met bruin gekleurde bevuiling op het stuk stof bemonsterd op humane biologische sporen. Ik heb het spoor veiliggesteld, gewaarmerkt met SIN AAON4342NL, verpakt en verzegeld.
Veiliggesteld spoor
Spoornummer: PL2300-2022073582-78301
SIN: AAON4342NL
Relatie met SIN: AAPH7950NL
Spoortype: Biologisch
Spooromschrijving: Speeksel
Wijze veiligstellen: Stub
Datum/tijd veiligstellen: 27 mei 2022 om 11:02 uur
Plaats veiligstellen: De groen met bruin gekleurde bevuiling op stof
5.
Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek van The Maastricht Forensic Institute te Maastricht d.d. 31 mei 2022, zaaknummer TMF12022.6884, opgemaakt door Forensisch DNA-deskundige in opleiding dr. M. Moorlag en NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige dr. P.J. Herbergs (pg. 46-47), voor zover inhoudende als relaas van

rapporteurs:

Tabel 1 – Resultaat van het DNA-onderzoek

Bemonstering
DNA-profiel
Mogelijke donor van celmateriaal
De groen met bruin gekleurde bevuiling op het stuk stof AAON4342NL
DNA-profiel van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.
Onbekende man A

Tabel 2 – DNA-profiel(en) opgenomen in de DNA-databank voor strafzaken

SIN
Datum opname
Mogelijke donor van celmateriaal
DNA-profielcluster
De groen met bruin gekleurde bevuiling op het stuk stof AAON4342NL
30 mei 2022
Onbekende man A
53661
6.
Rapport DNA-onderzoek aan een referentiemonster van een veroordeelde, opgemaakt door NFI-deskundige forensisch DNA-onderzoek, ing. S. Tuinman, d.d. 25 november 2022 (pg. 48-49 van het aanvullend procesdossier), voor zover inhoudende als relaas van rapporteur:
Gegevens veroordeelde
Achternaam: [medeverdachte]
Voornamen: [medeverdachte]
Geboortedatum: [geboortedag 2] 1988
Geboorteplaats: [geboorteplaats 2]
Geboorteland: Polen
Parketnummer: 03/203507-22
Identiteitszegel: WAAY7779NL
DNA-onderzoek
Aan de referentiekaart WAAY7779NL van de veroordeelde [medeverdachte] is DNA-onderzoek verricht. Van het DNA in dit referentiemonster is een DNA-profiel verkregen.
DNA-databank
Het DNA-profiel WAAY7779NL van de veroordeelde [medeverdachte] is op 18 oktober 2022 opgenomen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken en wordt sindsdien vergeleken met de daarin aanwezige DNA-profielen. Bij deze vergelijking zijn tot op heden twee matches gevonden. Deze matchende DNA-profielen zijn geregistreerd onder DNA-profielcluster 53661.
7.
Het proces-verbaal van forensisch onderzoek woning ( [adres 2] ) d.d. 28 mei 2022 (pg. 33-35), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] :
Wij, verbalisanten, zagen op de ruit van deze achterdeur enkele geringe
dactyloscopische/biologische sporen. Deze sporen bevonden zich ter hoogte van het
slot. Mogelijk had de dader de ruit op deze plaats geraakt (foto 6).
De geringe sporen zijn door middel van twee wattenstaafjes bemonsterd en
veiliggesteld en elk voorzien van een SIN nummer.
De volgende sporen werden in het belang van de bewijsvoering en/of nader onderzoek veiliggesteld:
SIN: AANP4451NL
Datum/tijd veiligstellen: 18 mei 2022 om 11:05 uur
Plaats veiligstellen: Op ruit bij de achter tuindeur thv slot
SIN: AANP4452NL
Datum/tijd veiligstellen: 18 mei 2022 om 11:10 uur
Plaats veiligstellen: Op ruit van achter tuindeur thv slot
8.
Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek van The Maastricht Forensic Institute te Maastricht d.d. 7 februari 2023, zaaknummer TMFI2022.6884-2, opgemaakt door NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige dr. P.J. Herbergs (pg. 58 en 59), voor zover inhoudende als relaas van rapporteur:
Om een uitspraak te doen over het mogelijk aanwezig zijn van celmateriaal van verdachte [medeverdachte] in de bemonstering op de ruit bij de achtertuindeur ten hoogste van het slot AANP4451NL is de likelihood-ratio (LR)
methode toegepast. Daarbij worden de resultaten bezien in het licht van twee, elkaar uitsluitende hypothesen.
Hypothese 1: de bemonstering bevat DNA van verdachte [medeverdachte] en een onbekende, niet verwante persoon.
Hypothese 2: de bemonstering bevat DNA van twee onbekende, niet verwante personen.
De resultaten van het onderzoek aan de bemonstering zijn extreem veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 juist is dan wanneer hypothese 2 juist is.
Er wordt gebruik gemaakt van de volgende reeks waarschijnlijkheidstermen met bijbehorende likelihood ratio interval:
Extreem veel waarschijnlijker > 1.000.000
9.
Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek van The Maastricht Forensic Institute te Maastricht d.d. 22 juni 2022, zaaknummer TM FI202 2.6884-1, opgemaakt door Forensisch DNA-deskundige in opleiding dr. M. Moorlag en NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige dr. P.J. Herbergs (pg. 56-57), voor zover inhoudende als relaas van

rapporteurs:

Tabel 1 – Resultaat van het DNA-onderzoek

Bemonstering
DNA-profiel
Mogelijke donor van celmateriaal
Op de ruit van achter tuindeur thv slot AANP4452NL
DNA-profiel van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.
Onbekende man B

Tabel 2 – DNA-profiel(en) opgenomen in de DNA-databank voor strafzaken

SIN
Datum opname
Mogelijke donor van celmateriaal
DNA-profielcluster
Op de ruit van achter tuindeur thv slot AANP4452NL
21 juni 2022
Onbekende man B
53810
10.
Rapport DNA-onderzoek aan een referentiemonster van een veroordeelde, opgemaakt door NFI-deskundige forensisch DNA-onderzoek, ing. J. Harteveld, d.d. 14 december 2022, (pg. 1-2 van een aanvullend procesdossier), voor zover inhoudende als relaas van rapporteur:
Gegevens veroordeelde
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboortedatum: [geboortedag 1] 1985
Geboorteplaats: [geboorteplaats 1]
Geboorteland: Polen
Parketnummer: 03/138579-22
Identiteitszegel: WAAU8861NL
DNA-onderzoek
Aan de referentiekaart WAAU8861NL van de veroordeelde [verdachte] is DNA-onderzoek verricht. Van het DNA in dit referentiemonster is een DNA-profiel verkregen.
DNA-databank
Het DNA-profiel WAAU8861NL van de veroordeelde [verdachte] is op 14 november 2022 opgenomen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken en wordt sindsdien vergeleken met de daarin aanwezige DNA-profielen. Bij deze vergelijking zijn tot op heden twee matches gevonden. Deze matchende DNA-profielen zijn geregistreerd onder DNA-profielcluster 53810.
11.
Het proces-verbaal van verhoor d.d. 26 april 2023 (pg. 2 t/m 3 van een afzonderlijk gevoegd aanvullend procesdossier PL 2321-2022051559-10 ), voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
V: We willen toch nog een aantal vragen stellen. Gisteren hebben we u vragen gesteld over het aangetroffen DNA, [adres 2] . Uw DNA aangetroffen evenals het DNA van [medeverdachte] . Wilt u daar nog iets over verklaren?
A: Ik ben er toen geweest met die [medeverdachte] . Dit was een jaar geleden. Dit was voor dat ik naar de gevangenis ging. Wij gingen toen een woning binnen. Daar was toen een man, wij zijn toen gevlucht.
V: Kunt u nog herinneren wat er in de woning is gebeurd?
A: Volgens mij zijn wij een hek over geklommen. Toen kwamen we in de woning. Kan me niet precies herinneren wat er in de woning gebeurde maar er kwam toen een man. Vervolgens zijn we gevlucht.
Bewijsoverwegingen
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de
feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
De raadsvrouw van de verdachte heeft primair integrale vrijspraak van het tenlastegelegde bepleit. Daartoe is aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bestaat om de verdachte te veroordelen. De verdachte stelt dat hij enkel in de tuin van de aangever is geweest om een slaapplaats te zoeken. Op het moment dat hij erachter kwam wat de anderen van plan waren, is hij weggegaan. Tevens stelt de verdediging dat de verklaring dat de verdachte in de woning is geweest, afgelegd op 26 april 2023, niet voor het bewijs kan worden gebruikt. De verdachte heeft toen volgens de raadsvrouw geen serieus verhoor afgelegd en maar wat geroepen. Verder voldoet de verdachte volgens de verdediging niet aan het signalement. De verdachte is geen gespierde man, zoals staat beschreven in het signalement dat door de aangever is opgegeven. De raadsvrouw heeft tevens naar voren gebracht dat de verdachte verschillende opvallende tatoeages op zijn lichaam heeft. Indien de verdachte de persoon is die de aangever in zijn badkamer heeft zien staan, dan zouden deze tatoeages door de aangever zijn opgemerkt, aldus de raadsvrouw.
Het hof overweegt als volgt.
Het hof komt tot de conclusie dat aan de verklaring van de verdachte dat hij in de woning is geweest geloof kan en moet worden gehecht. Het hof overweegt daartoe het volgende.
Het hof is het met de raadsvrouw eens dat het verhoor op 25 april 2023, moeizaam is verlopen en dat de verdachte in dit verhoor geen serieuze houding heeft aangenomen. Dit is ook gerelateerd door de verbalisanten. Het hof gebruikt dit verhoor daarom ook niet voor het bewijs. Echter in het proces-verbaal van het verhoor van de verdachte van 26 april 2023, is door de verbalisanten niet gerelateerd dat zich een soortgelijke situatie heeft voorgedaan. De verbalisant stelt in het verhoor van 26 april 2023 ook eerst de vraag hoe het nu met de verdachte gaat, aangezien het verhoor een dag eerder niet soepel was verlopen. De verdachte antwoordt hierop dat het goed met hem gaat. Daarnaast is dit verhoor afgenomen met telefonische bijstand van een advocaat. Het hof ziet dan ook geen reden om aan deze verklaring geen geloof te hechten. Het hof zal deze verklaring bezigen voor het bewijs.
Daarnaast bevatten de onderdelen uit het proces-verbaal van verhoor van 26 april 2023 die door het hof tot het bewijs worden gebezigd, bijzonderheden die bevestiging vinden in andere bewijsmiddelen, in het bijzonder in de aangifte.
Al het voorgaande maakt het naar het oordeel van het hof onaannemelijk dat de verdachte de verklaring afgelegd in het verhoor van 26 april 2023 heeft verzonnen. Het hof acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte samen met een ander op 18 mei 2022 in de woning van de aangever is geweest.
De stelling dat het signalement dat door de aangever is opgegeven niet precies overeenkomt met het uiterlijk van de verdachte doet daar niet aan af. Het hof betrekt daarbij de hectische situatie die zich op 18 mei 2022 heeft voorgedaan. De aangever heeft tijdens de nachtelijke uren in zijn woning twee mannen overlopen. Hetgeen een zeer stressvolle situatie met zich brengt, wat ervoor kan gezorgd hebben dat de aangever niet meteen alle details van de mannen, waaronder mogelijke tatoeages op het lichaam, tot zich heeft kunnen nemen.
Op grond van de bewijsmiddelen kan het volgende worden vastgesteld. De aangever hoorde midden in de nacht het geluid van stemmen in zijn woning. De aangever is opgestaan en is naar de badkamer gelopen. De aangever zag dat er twee personen, te weten twee mannen, in de badkamer waren. Deze mannen hebben door middel van braak de woning betreden. Een man zat op zijn knieën voor het badkamermeubel. De deuren en lades van het badkamermeubel stonden open. De aangever heeft de mannen aangesproken, waarna de mannen iets in een vreemde taal tegen elkaar zeiden. Meteen daarop pakte een van de mannen) de aangever met beide handen bij de hals vast en drukte de aangever tegen de wasmachine aan, waardoor de andere man direct naar beneden kon rennen. Daarna liet de man de aangever los en rende hij zelf ook de trap af. De mannen zijn vervolgens via achterdeur en de tuinpoort gevlucht.
Het hof is in het licht van de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden van oordeel dat de bewezenverklaarde gedragingen van de verdachte en zijn mededader naar de uiterlijke verschijningsvorm moeten worden aangemerkt als te zijn gericht op voltooiing van het voorgenomen misdrijf, te weten een diefstal met braak in vereniging. De andersluidende verklaring van de verdachte, vindt geen steun in andere bewijsmiddelen en acht het hof ongeloofwaardig.
Subsidiair heeft de raadvrouw partiele vrijspraak van het tenlastegelegde geweldscomponent bepleit. De verdediging stelt zich op het standpunt dat bij verdachte het opzet op het medeplegen van het tenlastegelegde geweldscomponent ontbreekt en dat daartoe geen sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking.
Het hof overweegt als volgt. Het verweer van de verdediging vindt zijn weerlegging in de gebruikte bewijsmiddelen. De verdachte en de medeverdachte zijn samen naar binnen gegaan met de intentie om zich goederen van hun gading wederrechtelijk toe te eigenen. Wanneer zij worden overlopen door de aangever, volgt er overleg in vreemde taal, waarna direct actie volgt inhoudende dat aangever door 1 van de 2 mannen bij de keel wordt vastgepakt en tegen de wasmachine wordt aangedrukt, zodat de vluchtweg openstaat en de ander als eerste kan wegrennen/vluchten, waarna ook de man die de aangever vasthad direct wegrent. De mannen zijn, na het toegepaste geweld, samen het huis uit gevlucht. Het hof gaat er daarom vanuit dat het overleg tussen de mannen, zijnde verdachte en zijn mededader, in de voor de aangever vreemde taal, welk overleg direct voorafging aan het toegepaste geweld tegen de aangever, betrekking had op de vraag hoe de vlucht mogelijk te maken en de taak-/rolverdeling daarbij.
Op grond van het voorgaande is het hof van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking ook ten aanzien van het toegepaste geweld tussen de verdachte en de mededader bewezen kan worden verklaard.
Het verweer van de verdediging wordt mitsdien in alle onderdelen verworpen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf de vlucht mogelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. Het feit is strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
De raadsvrouw van de verdachte heeft een strafmaatverweer gevoerd, in die zin dat is verzocht, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, te volstaan met een geheel voorwaardelijke straf.
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Verdachte heeft zich samen met zijn mededader schuldig gemaakt aan een poging tot woninginbraak waarbij, nadat zij in de woning op heterdaad waren betrapt, geweld is gebruikt. Het bewezenverklaarde handelen getuigt naar het oordeel van het hof van brutaliteit, waarbij geen rekening is gehouden met de gevolgen voor het slachtoffer. Daarbij betrekt het hof nog dat het bewezenverklaarde handelen in het holst van de nacht heeft plaatsgevonden, in een woning, waarbij de aangever lag te slapen, maar gewekt werd door stemmen in zijn woning. Hij is daarna op onderzoek uitgegaan en is geconfronteerd met indringers in zijn woning, waarbij ook nog geweld tegen hem is uitgeoefend.
Naar het oordeel van het hof kan gelet op de ernst van het bewezenverklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Het hof heeft daarbij gelet op de omstandigheid dat de verdachte blijkens het hem betreffende uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 28 augustus 2023 reeds eerder ter zake vermogensdelicten is veroordeeld. De door strafrechters in Nederland gehanteerde 'Oriëntatiepunten voor straftoemeting', die een neerslag vormen van de gebruikelijk opgelegde straffen, gaan bij een inbraak in een woning uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden. Strafverzwarend is dat in onderhavige geval geweld is toegepast, en dat verdachte het feit in vereniging en tijdens de nachtelijke uren heeft gepleegd. Het hof heeft zich er verder rekenschap van gegeven dat het bij een poging is gebleven, waarbij overigens wordt opgemerkt dat – naar het oordeel van het hof - daarvoor de omstandigheid dat de daders zijn overlopen door de aangever bepalend is geweest.
Voorts heeft het hof gelet op de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting is gebleken. Ten overstaan van het hof heeft de raadsman namens de verdachte in het bijzonder naar voren gebracht dat de verdachte heeft gebroken met zijn verslaafde vriendin, hij werkt in een supermarkt en gedurende langere tijd niet meer in aanraking is geweest met politie en justitie. Deze persoonlijke omstandigheden acht het hof echter niet van zodanig gewicht dat dit een strafmatigend effect dient te hebben.
Alles afwegende acht het hof oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden met aftrek van het voorarrest, passend en geboden.
Het verzoek van de verdediging om een geheel voorwaardelijke straf op te eisen doet geen recht aan de aard en ernst van het bewezenverklaarde. Het hof gaat hier daarom aan voorbij.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 63 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door:
mr. O.A.J.M. Lavrijssen, voorzitter,
mr. J.F. Dekking en mr. T. van de Woestijne, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. C.M. Jutte, griffier,
en op 30 oktober 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, verwezen naar het eindproces-verbaal (koptekst: proces-verbaal van voorgeleiding) van de politie, Eenheid Limburg, Noord- en Midden-Limburg, Basisteam Venlo, dossiernummer PL2300- 2023014094, pagina’s 1-102, afgesloten d.d. 27 april 2023, bevattende een verzameling op ambtseed dan wel ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal en daarin gerelateerde bijlagen, alsmede geschriften. Alle tot het bewijs gebezigde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde verbalisanten en alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven.