ECLI:NL:GHSHE:2023:4331

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
15 januari 2024
Zaaknummer
20-001420-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis van de politierechter in hoger beroep inzake diefstal, huisvredebreuk, wederspannigheid en belediging van een politieambtenaar

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 december 2023 het vonnis van de politierechter bevestigd. De verdachte, geboren in 1992 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal, huisvredebreuk, wederspannigheid en belediging van een politieambtenaar. De politierechter had de verdachte een gevangenisstraf van 12 weken opgelegd, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest had doorgebracht. De feiten vonden plaats in april 2023, waarbij de verdachte onder andere kleding had gestolen uit winkels in Roermond. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis vroeg. De verdediging voerde een strafmaatverweer, maar het hof oordeelde dat de door de politierechter niet-uitgewerkte bewijsmiddelen in het arrest moesten worden uitgewerkt. Het hof heeft de beslissing van de politierechter in zijn geheel bevestigd, met aanvulling van de bewijsmiddelen. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan het stelen van kledingstukken ter waarde van €1300 en had zich ook schuldig gemaakt aan huisvredebreuk door zich op verboden terrein te bevinden. Daarnaast had hij zich verzet tegen zijn aanhouding en beledigende uitlatingen gedaan richting de politie. Het hof heeft de zaak op basis van de feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang beoordeeld en de verdachte opnieuw veroordeeld tot de eerder opgelegde straf.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001420-23
Uitspraak : 20 december 2023
TEGENSPRAAK (ex art. 279 Sv)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 17 mei 2023, in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 03-110536-23 en 03-077018-23, tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
zonder bekende woon- en/of verblijfplaats hier te lande,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in de P.I. Ter Apel.
Hoger beroep
De politierechter heeft de verdachte bij vonnis waarvan beroep ter zake van ‘diefstal’ (feit 1 onder parketnummer 03-110536-23), ‘in het besloten lokaal bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen’ (feit 2 onder parketnummer 03-110536-23), ‘diefstal, meermalen gepleegd’ (feit 1 onder parketnummer 03-077018-23), ‘wederspannigheid’ (feit 2 onder parketnummer 03-077018-23) en ‘eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening’ (feit 3 onder parketnummer 03-077018-23), veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 weken met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De politierechter heeft tevens het bevel strekkende tot het ondergaan van voorlopige hechtenis opgeheven met ingang van waarop de duur daarvan gelijk wordt aan de duur van de opgelegde vrijheidsstraf. Tot slot heeft de politierechter de teruggave van de inbeslaggenomen spijkerbroek gelast aan de rechthebbende.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
De verdediging heeft een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis, doch zal de door de politierechter niet-uitgewerkte bewijsmiddelen in dit arrest uitwerken en zal het vonnis waarvan beroep in zoverre aanvullen.
Bewijsmiddelen
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierna genoemde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd. Daarin wordt – tenzij anders vermeld – steeds verwezen naar het eindproces-verbaal van de politie-eenheid Limburg, proces-verbaalnummer PL2300-2023064440, op ambtsbelofte opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , hoofdagent, gesloten d.d. 2 mei 2023, bevattende een verzameling op ambtseed dan wel ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal van politie met daarin gerelateerde bijlagen, met doorgenummerde dossierpagina’s 1-55 en het eindproces-verbaal van de politie-eenheid Limburg, proces-verbaalnummer PL233C-2022200248, op ambtsbelofte opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , hoofdagent, gesloten d.d. 27 maart 2023, bevattende een verzameling op ambtseed dan wel ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal van politie met daarin gerelateerde bijlagen, met doorgenummerde dossierpagina’s 1-51.
Ten aanzien van feit 1 onder parketnummer 03-110536-23:

1. Een proces-verbaal van aangifte d.d. 28 april 2023 (dossierpagina 6-7), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [aangever 1] :

Hij deed aangifte namens slachtoffer [bedrijf 1] , gevestigd op [adres] (...)
Ik heb de diefstal zelf gezien.
Bij het verlaten van de winkel werd het alarm geactiveerd.
Ik heb de verdachte aangehouden op 28 april 2023 om 19:45 uur
De totale verkoopwaarde van de weggenomen goederen is € 1300.

2. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 april 2023 (dossierpagina 13), voor zover inhoudende als relaas verbalisant [verbalisant 3] :

Naar aanleiding van de summiere aangifte heb ik telefonisch contact gehad met de aangever en gevraagd voor meer verduidelijking van de diefstal.
Ik hoorde de aangever, [aangever 1] , zeggen:
"Ik was in de winkel (
het hof begrijpt: de [bedrijf 1] gevestigd in de outlet welke gelegen is op [adres]) aan het werk en zag een man 2 broeken en 1 shirt pakken van een tafel. Hij liep direct naar buiten zonder te betalen en toen ging het alarm bij de uitgang af. Direct daarna begon deze man weg te rennen. Ik ben er toen achteraan gerend.
Na ongeveer een 30 - 40 meter gooide de man de gestolen kledingstukken in mijn
gezicht. De security van de [bedrijf 1] was er ook en heeft deze man aangehouden. Later kwam de politie en deze vond nog een pet uit onze winkel onder het shirt van deze dief."

3. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 april 2023 (dossierpagina 15), voor zover inhoudende als relaas verbalisant [verbalisant 2] :

Op zaterdag 29 april 2023 nam ik, verbalisant [verbalisant 2] , telefonisch contact op met [getuige 1] , werkzaam als beveiliger bij de winkel [bedrijf 2] , gevestigd aan [adres] . Desgevraagd verklaarde [getuige 1] , dat hij op 28 april 2023 omstreeks 19.45 uur werkzaam was als beveiliger bij de winkel [bedrijf 2] , gevestigd aan [adres] . Dat hij werkte voor een beveiligingsbedrijf dat was ingehuurd door de winkel [bedrijf 2] .
Dat hij zich omstreeks 19.45 uur in de winkel [bedrijf 2] bevond. Dat hij een deuralarm hoorde afgaan. Dat hij naar buiten keek. Dat hij zag dat de assistent manager van de winkel [bedrijf 1] (
het hof begrijpt: de [bedrijf 1] gevestigd in de outlet , welke gelegen is op [adres] )naar buiten rende. Dat hij richting de toegangsdeur liep. Dat hij zag dat een persoon wegrende. Dat deze persoon kleding weggooide en rechtsreeks in de armen van een beveiliger rende. Dat hij zag dat die persoon die de kleding weggooide een man met getint uiterlijk was. Dat hij samen met de andere beveiliger die persoon terug bracht naar de winkel [bedrijf 1] . Dat die persoon later door de politie geboeid en gefouilleerd werd.

4. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 april 2023 (dossierpagina’s 10-11), voor zover inhoudende als relaas verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] :

Op woensdag 28 april 2023, om 19.45 uur, waren wij doende met een eerdere melding van winkeldiefstal bij de [bedrijf 3] , gelegen aan [adres] . Bij het afronden van de eerdere melding werden wij geïnformeerd door het beveiligingspersoneel dat er bij de [bedrijf 1] (
het hof begrijpt: in de outlet te Roermond) ook een winkeldiefstal plaats vond. De medewerkers van [bedrijf 1] hadden de persoon aangehouden. (…).
Ter plaatse, spraken wij een medewerker van het filiaal [bedrijf 1] . Wij hoorde dat hij zei: "Deze meneer heeft zojuist kleding gestolen uit onze winkel. Het alarmsysteem van de winkel ging af en werd door een beveiliger buiten de winkel tegengehouden. De waarde van de gestolen kleding bedraagt totaal 1300 euro, wij doen als filiaal aangifte van diefstal".
Hierbij overhandigde de medewerker mij, verbalisant [verbalisant 5] een toegangspasje van het asielzoekerscentrum uit Den Helder. Ik, [verbalisant 5] zag dat er op het toegangspasje een foto stond van een mannelijk persoon. Ik zag dat op het toegangspasje de identiteitsgegevens stonden van [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1992 [geboorteplaats] . De persoon die door de winkelmedewerker was aangehouden kwam overeen met de persoon op het toegangspasje (…).
Op woensdag 28 april 2023, om 19.48 uur, namen wij verdachte [verdachte] over ter zake winkeldiefstal en huisvredebreuk. Ik, verbalisant [verbalisant 4] voerde een opsporingsfouillering uit bij de verdachte. Ik voelde dat onder de jas van de verdachte nog een voorwerp zat. Ik zag bij het openen van de jas dat er een pet onder de jas vandaan kwam. Ik hoorde de medewerker zeggen dat deze pet ook eigendom was van de winkel [bedrijf 1] .

5. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 mei 2023 (dossierpagina 17), voor zover inhoudende als relaas verbalisant [verbalisant 1] :

Op 2 mei 2023 beschreef ik, [verbalisant 1] , camerabeelden welke waren verstrekt door de [bedrijf 1] winkel gelegen in de fashion- outlet te Roermond. (…)
Het tijdstip weergegeven in beeld liep één uur voor als de werkelijke tijd. Dit werd bevestigd door de winkel. Ik zal de beelden omschrijven met de werkelijke tijd. (…)

28.04-2023 - 19.46.04 uur.

Ik zag dat de man met beige pet naar een tafel liep. Op deze tafel lagen verschillende kledingstukken uitgestald. Ik zag dat hij daar een aantal kleding stukken van de tafel pakte, ik zag dat dit er minimaal drie waren. Ik kon niet precies zien wat voor een kledingstukken het waren. Ik zag dat er labels aan de kledingstukken hingen. Ik zag dat hij de kledingstukken met twee handen vasthield.

28.04-2023 - 19.46.35 uur.

Ik zag dat de man met beige pet de winkel uitliep. Ik zag dat hij de kledingstukken
met labels nog in zijn hand had toen hij de winkel uitliep (…).

Verdachte

Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [geboortedag] 1992
Geboorteplaats: [geboorteplaats] in Algerije
Ten aanzien van feit 2 onder parketnummer 03-110536-23:

1. Een proces-verbaal van aangifte d.d. 28 april 2023 (dossierpagina’s 54-55), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [aangever 2] :

Ik ben als beveiligingsmedewerker bij Trigion werkzaam bij het [bedrijf 3] Roermond gelegen aan [adres] . Hierbij doe ik namens [bedrijf 3] aangifte van huisvredebreuk. In dit geval overtreding van het uitgereikte toegangsverbod.
Op 28 april 2023 om 19:58 uur hoorde ik dat hierboven genoemde verdachte zich bevond op het terrein van [bedrijf 3] aan [adres] . Ik hoorde dat mijnheer was aangehouden voor winkeldiefstal bij [bedrijf 2] . Op 15 januari, 19 januari en 22 januari 2023 om verschillende uren werd aan boven genoemde verdachte een toegangsverbod uitgereikt voor het terrein van [bedrijf 3] Roermond.
Dit verbod is (
naar het hof begrijpt gevoeglijk) geldig tot 15 januari, 19 januari althans 22 januari 2024.

2. Een geschrift, te weten ‘Toegangsverbod’ afgegeven door Trigion beveiliging, voorzien van een vertaling in het Arabisch en uitgereikt aan verdachte d.d. 15 januari 2023 (dossierpagina’s 43-44), voor zover inhoudende:

Aan: de Heer : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboortedatum : [geboortedag] 1992
Geboorteland : [geboorteplaats] (…)
Geachte heer [verdachte] ,
Naar aanleiding van uw gedraging Winkeldiefstal op 15 januari 2023 omstreeks 12:09
uur op het terrein van het [bedrijf 3] Roermond gevestigd aan [adres]
, wordt u de toegang tot het gehele winkelgebied + parkeerterreinen
+ toebehorende terreinen & leverancierswegen van het [bedrijf 3] Roermond, zoals
aangegeven op bijgeleverde tekening, ontzegd voor de duur van
1jaar met ingang van
15-januari-2023 tot en met 15-1-2024.(…)
Aan de hierboven genoemde persoon werd een vertaling/uitleg van het toegangsverbod,
en een plattegrond van het betreffende gebied als bijlage bij dit toegangsverbod
uitgereikt.
Na voorlezing is voor ontvangst getekend.

3. Een geschrift, te weten ‘Toegangsverbod’ afgegeven door Trigion beveiliging, voorzien van een vertaling in het Arabisch en uitgereikt aan verdachte d.d. 19 januari 2023 (dossierpagina’s 45-49), voor zover inhoudende:

Aan: Heer : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboortedatum : [geboortedag] 1992
Geboorteplaats : [geboorteplaats] (…)
Geachte heer [verdachte] ,
Naar aanleiding van uw gedraging winkeldiefstal op
19-1-2023omstreeks 18:30 uur op
het terrein van het [bedrijf 3] Roermond gevestigd aan [adres]
, wordt u de toegang tot het gehele winkelgebied + parkeerterreinen +
toebehorende terreinen & leverancierswegen van het [bedrijf 3] Roermond, zoals
aangegeven op bijgeleverde tekening, ontzegd voor de duur van
1jaar met ingang van
19-1-2023 tot en met 19-1-2024. (…)
Aan de hierboven genoemde persoon werd een vertaling/uitleg van het toegangsverbod,
en een plattegrond van het betreffende gebied als bijlage bij dit toegangsverbod
uitgereikt.
Na voorlezing is voor ontvangst getekend.

4. Een geschrift, te weten ‘Toegangsverbod’ afgegeven door Trigion beveiliging, middels een tolk Arabisch uitgereikt aan verdachte d.d. 22 januari 2023 (dossierpagina’s 50-53 ), voor zover inhoudende:

Aan: Heer : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboortedatum : [geboortedag] 1992
Geboorteland : [geboorteplaats] (…)
Geachte heer [verdachte] ,
Naar aanleiding van uw gedraging winkeldiefstal op
22-1-2023omstreeks 19:00 uur op
het terrein van het [bedrijf 3] Roermond gevestigd aan [adres]
, wordt u de toegang tot het gehele winkelgebied + parkeerterreinen +
toebehorende terreinen & leverancierswegen van het [bedrijf 3] Roermond, zoals
aangegeven op bijgeleverde tekening, ontzegd voor de duur van
1jaar met ingang van
22-1-2023 tot en met 22-1-2024.(…)
Aan de hierboven genoemde persoon werd een vertaling/uitleg van het toegangsverbod,
en een plattegrond van het betreffende gebied als bijlage bij dit toegangsverbod
uitgereikt.
Na voorlezing is voor ontvangst getekend.

5. Een proces-verbaal van aanhouding van verdachte d.d. 28 april 2023 (dossierpagina’s 20-21), voor zover inhoudende als relaas verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] :

Op vrijdag 28 april 2023 om 20:48 uur werd door ons op de locatie [adres] ( [bedrijf 3] ) van een burger, [aangever 1] , overgenomen de door deze op vrijdag 28 april 2023 om 19:45 uur aangehouden verdachte:
Voornamen : [verdachte]
Achternaam : [verdachte]
Geboortedatum : [geboortedag] 1992
Ten aanzien van feit 1 onder parketnummer 03-077018-23:

1. Een proces-verbaal van aangifte d.d. 23 december 2022 (dossierpagina’s 9-12), voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [aangever 3] :

Ik doe aangifte van diefstal. Ik ben als assistent manager van de [bedrijf 4] bevoegd tot het doen van deze aangifte. Het weggenomen goed behoort geheel aan [bedrijf 4] toe. Niemand had het recht of de toestemming dit goed weg te nemen en zich toe te eigenen. De diefstal vond als volgt plaats:
Op vrijdag 23 december 2022, omstreeks17:00 uur was ik in de [bedrijf 4] (
het hof begrijpt: de winkel van [bedrijf 4] behorende bij de outlet , gelegen aan [adres]) aan het werk met meerdere collega's. (…) Wij helpen onze klanten altijd persoonlijk. Om deze reden zag ik dat de man in het bijzijn van mijn collega twee kleding stukken mee het
pashokje innam. Dit betrof een blouse met een barokke print goud/geel van kleur en
een jas met zo een zelfde soort printje.
Ik zag dat de man niet veel later uit het pashokje stapte en zag dat hij alleen de
blouse vasthield. Het viel mij op dat de man zij donkere jas aanhad welke hij aanhad bij binnenkomst. Ik zag dat onder de jas een capuchon uitstak welke ik herkende als de jas welke de man net meenam het hokje in. Ik hoorde dat de man tegen mijn collega zei dat de blouse een maat te klein was. Ik zag dat mijn collega een andere uit het magazijn pakte. Er klopte iets niet. Ik keek in het pashokje en zag dat de jas er niet meer hing.
Ik zag dat mijn collega de blouse in kleinere maar gaf waarop de man met deze blouse weer het pashokje instapte. Ik vertelde onze beveiliger dat het niet klopte. Al snel kwam de man het hokje uit nu was ook de blouse weg. Ik zag dat het pashokje leeg was. Ik confronteerde hem met hetgeen wat ik zag en vroeg hem hierbij of hij ook ging afrekenen. (…)
Ik besloot voor mijzelf de camerabeelden nogmaals te bekijken en zag
dat de man inderdaad een jas en blouse meenam het pashokje in en deze uiteindelijk
niet meer terug had gegeven aan Uiteindelijk besloot hij de jas terug te geven. Ik
ontving de jas en bekeek deze. Ik zag dat er om het beveiligingslabel een stuk
aluminiumfolie gewikkeld zat en dat de kaartjes van de jas eruit getrokken waren.

2. Een proces-verbaal van verhoor d.d. 18 januari 2023 (dossierpagina 26), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 2] :

Mijn naam is [getuige 2] . Ik ben werkzaam bij de winkel van [bedrijf 4] (
het hof begrijpt de vestiging van [bedrijf 4] behorende bij het outletcentrum, gelegen aan [adres]). Op vrijdag 23 december 2023, omstreeks 16.30 uur, bevond zich een man in onze winkel. Ik vermoedde dat deze man kleding stal. Ik kan daarover het volgende verklaren.
Ik werkte die avond als verkoopmedewerker. Ik zag dat een man een pashokje betrad om kleding te passen. Ik vermoedde dat deze man kledingstukken wilde stelen en hield deze man daarom in de gaten. Ik zag dat de man een blouse meenam het pashokje in. Ik zag dat dit een van de blouses uit ons assortiment was. Dit wist ik omdat de blouse een opvallende barok-print had. Toen hij het pashokje uitkwam, had hij de blouse niet bij zich. Ik vroeg die man toen waar die blouse was. Ik hoorde dat hij tegen mij zei dat hij de blouse terug hing in de winkel.
Ik wist zeker dat dit niet klopte, want ik zag de man toen hij het pashokje in ging
en ik bleef daar bij staan. Hij kwam het pashokje tussentijds niet uit. Ook
controleerde ik het pashokje en daar omheen, om te zien of ik de blouse zag. Ik zag de blouse nergens.
Ik vermoedde daarom dat hij de blouse aantrok, maar dat zag ik niet omdat de man een jas droeg. Ik zag toen een prijskaartje van [bedrijf 4] uit zijn handtas steken. Die
handtas droeg hij zichtbaar over zijn jas. De rits van de tas was open. Het label
hing buiten de tas, het hing aan de tas door het bevestigingsmateriaal. Ik pakte toen
het label, zonder dat ik in zijn tas keek of greep. Ik bekeek het label en zag dat
het kaartje bij de blouse hoorde.

3. Een proces-verbaal van verhoor d.d. 28 december 2022 (dossierpagina’s 28-29), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 3] :

Vrijdag 23 december 2022 was ik werkzaam als beveiliger bij het [bedrijf 3] ,
[adres] .
Omstreeks 16.10 uur kreeg ik de melding dat de gastheer/ beveiliger van de winkel
[bedrijf 4] een man daar had die in de paskamer een shirt onder zijn kleding aan had
gedaan en dat hij een jas had aangedaan waarvan de beveiligingslabel met aluminiumfolie was omwikkeld.
Ik ben ter plaatste gegaan. Door de beveiliger van [bedrijf 4] werd mij een jas overhandigd waarvan de beveiliging met aluminiumfolie was omwikkeld.

4. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 februari 2023 (dossierpagina’s 22-25), voor zover inhoudende als relaas verbalisant [verbalisant 2] :

[bedrijf 4] ROERMOND (…) datum/tijd: 23 december 2022 FRI (het hof begrijpt: vrijdag) 16:15:03
Ik zag dat linksonder in beeld twee beveiligingsmedewerkers en twee andere
personen stonden. Ik zag dat een van deze personen een prop aluminiumfolie in hand omhoog hield en deze vervolgens op de toonbank legde. (…) Foto 2 (…)
Men kon mij op dat moment wel al een klein gedeelte van de beelden waarop de
verdachte te zien zou zijn tonen. Ik verbalisant zag dat op de beschikbare beelden een persoon, die gelijkenis met de verdachte vertoont en een soortgelijke broek draagt als welke onder de verdachte in beslag is genomen draagt te zien is terwijl aan hem een soortgelijke blouse als welke onder de verdachte in beslag is genomen werd overhandigd om te passen (foto 3).
Ik zag dat deze persoon met de blouse wegliep in de richting van de pashokjes en vervolgens uit beeld verdween (foto 4).

5. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 december 2022 (dossierpagina 16), voor zover inhoudende als relaas verbalisant [verbalisant 6] :

Op vrijdag 23 december werd verdachte [verdachte] aangehouden voor winkeldiefstal bij de [bedrijf 4] te Roermond. Ik, verbalisant [verbalisant 6] , was belast met zijn insluiting
Tijdens de insluiting van de verdachte troffen wij in de tas van verdachte drie
labels van het merk [bedrijf 4] aan. Ik zag dat de labels de volgende tekst bevatte:
Label 1: Voorzijde: [bedrijf 4] , achterzijde een waarschuwing.
Label 2: Voorzijde: Downjacket vest reversible technical Fabric baroc Black-Gold
Label 3: Voorzijde: Down Jacket/Vest Reversib 20.2 Boutique 1.580 euro Outlet : 790.00 euro.

6. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 december 2022 (dossierpagina 13), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 7] :

Op vrijdag 23 december werd verdachte [verdachte] aangehouden voor winkeldiefstal bij de [bedrijf 4] . Tijdens de aanhouding droeg de verdachte een spijkerbroek van het merk [bedrijf 1] . De broek was donkerblauw van kleur en er zaten meerdere logo’s van het merk [bedrijf 1] op. Na de insluitingsfouillering zag ik dat aan de voorste riemlus van de broek zwarte draadjes hingen. Het is mij bekend dat aan zulke draadjes op de kleding het prijskaartje hangt.
Er zat geen prijskaartje aan de draadjes van deze broek. Op genoemde datum nam ik
telefonisch contact op met de [bedrijf 1] gevestigd in het [bedrijf 3] in Roermond.
Ik sprak met de assistent manager. Ik hoorde dat zij zei dat de genoemde broek
vandaag was weggenomen bij de [bedrijf 1] en een waarde had van 595 euro. De broek is
vervolgens in beslag genomen.

7. Een proces-verbaal van aangifte d.d. 23 december 2022 (dossierpagina’s 5-6), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [aangever 4] :

Ik doe aangifte van diefstal uit een kledingwinkel genaamd [bedrijf 1] , welke gelegen is in het outlet centrum [adres] . Dit feit werd gepleegd op vrijdag 23 december 2022 tussen 09:00 uur en 18:00 uur. Ik ben daar medewerker in de verkoop en bevoegd tot het doen van deze aangifte.
Op vrijdag 23 december 2022, omstreeks 18:00 uur werd ik gebeld door een medewerker
van de politie te Roermond. Deze deelde mij mede dat ze een verdachte hadden
aangehouden welke in meerder winkels gestolen zou hebben. Deze verdachte had een broek aan van [bedrijf 1] . Deze broek kost rond de 595,- euro. Ik ben in de voorraad gaan kijken en daar blijkt inderdaad één broek zoals genaamd manco te zijn en niet meer in de voorraad.
We hebben in de winkel ook het beveiligingslabel aangetroffen in de paskamer. Het
label was van de broek afgehaald.
Deze broek is uit onze winkel gestolen.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
Ten aanzien van feit 2 onder parketnummer 03-077018-23:

1. Een proces-verbaal van aanhouding verdachte d.d. 23 december 2022 (dossierpagina’s 36-38), voor zover inhoudende als relaas verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 6] :

Op vrijdag 23 december 2022 waren wij, verbalisanten [verbalisant 7] & [verbalisant 6] , belast met een noodhulpdienst binnen het werkgebied Roermond. (…)
Wij, verbalisanten [verbalisant 7] & [verbalisant 6] , brachten de verdachte naar onze dienstauto. Ik, verbalisant [verbalisant 7] , begeleidde het hoofd van de verdachte onze dienstauto in. Ik zag en voelde dat de verdachte wederom door het lint ging en om zich heen begon te schoppen. Ik voelde dat een trap mij raakte in mijn zij. Hierop is de verdachte wederom gefixeerd en gecontroleerd en heb ik de verdachte meerdere vuistslagen in zijn zij gegeven om zo het verzet te staken. Ik, verbalisant [verbalisant 6] , bevond mij op dat moment aan de andere zijde van het dienstvoertuig. Ik zag het voorval waarop ik de verdachte verder de auto in trok. Ik zag dat de verdachte met zijn benen naar mijn collega bleef bewegen en schoppende bewegingen maakte.
Ten aanzien van feit 3 onder parketnummer 03-077018-23:

1. Een proces-verbaal van aanhouding verdachte d.d. 23 december 2022 (dossierpagina’s 36-38), voor zover inhoudende als relaas verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 6] :

Op vrijdag 23 december 2022 waren wij, verbalisanten [verbalisant 7] & [verbalisant 6] , belast met een noodhulpdienst binnen het werkgebied Roermond. (…)
Tijdens het transport naar het cellencomplex hoorden wij, verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 6] , dat de verdachte meerdere keren 'fack your mother' (
het hof begrijpt: ‘fuck your mother’) riep richting verbalisant [verbalisant 7] .

2. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 december 2022 (dossierpagina 17), voor zover inhoudende als relaas verbalisant [verbalisant 7] :

Op vrijdag 23 december 2022 is de verdachte aangehouden voor meerdere strafbare
feiten. Tijdens het transport naar het cellencomplex riep de verdachte meerdere keren
‘fuck your mother’.
Tijdens de belediging bevond ik mij als ambtenaar in dienst van de politie gedurende
de rechtmatige uitoefening van mijn bediening en was ik in politie-uniform gekleed.
Ik voel mij door de belediging in mijn goede naam en eer aangetast. Aan niemand werd
het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
Bevestiging van het vonnis
Hetgeen namens de verdachte is aangevoerd en hetgeen is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep heeft het hof niet tot een ander oordeel gebracht omtrent enige in dit arrest te nemen strafvorderlijke beslissing. Het hof zal het vonnis derhalve bevestigen met aanvulling, zoals hier voormeld.

BESLISSING

Het hof:
bevestigthet vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Aldus gewezen door:
mr. A.R. Hartmann, voorzitter,
mr. A.J. Henzen en mr. R. Lonterman, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S. van den Akker en mr. T.G. Remmink, griffiers,
en op 20 december 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mrs. A.R. Hartmann en R. Lonterman zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.