ECLI:NL:GHSHE:2023:4305

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
1 december 2023
Publicatiedatum
4 januari 2024
Zaaknummer
000990-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen beschikking gevangenhouding verdachte met ernstige bezwaren en verzoek tot schorsing voorlopige hechtenis

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank, waarbij de gevangenhouding van de verdachte werd bevolen. De verdachte is beschuldigd van meermalen gepleegde diefstal en poging daartoe. Het hof oordeelt dat er voldoende ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte, zoals eerder vastgesteld door de rechter-commissaris en de raadkamer in eerste aanleg. De verdediging stelde dat voor het verlengen van de voorlopige hechtenis een vordering ex artikel 67b van het Wetboek van Strafvordering vereist is, maar het hof oordeelt dat deze situatie zich niet voordoet, aangezien de vervolging al is aangevangen met de vordering bewaring.

Het hof heeft ook vastgesteld dat er een ernstig gevaar voor herhaling bestaat, gezien het uitgebreide strafblad van de verdachte, die eerder in aanraking is gekomen met politie en justitie voor vermogensdelicten. De verdachte bevond zich ten tijde van de feiten in twee proeftijden en vertoont een ernstige resistentie tegen het optreden van politie en justitie, wat de kans op herhaling vergroot. Het hof wijst het verzoek om schorsing van de voorlopige hechtenis af, omdat er geen voorwaarden zijn die de kans op herhaling tot een aanvaardbaar niveau kunnen terugbrengen.

De beschikking van de rechtbank wordt bevestigd, en het hof wijst het hoger beroep en het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis af. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee raadsheren, in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Raadkamerappelnummer: AVNR. 000990-23
Parketnummer 1e aanleg: [nummer]
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien de akte van de griffier van de rechtbank [plaats] van [datum 1] , waarbij namens:

[naam verdachte]

[geboortedatum en -plaats]
[adres]
[detentieplaats]
hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank [plaats] van [datum 1] , bij welke beschikking de gevangenhouding van [verdachte] werd bevolen.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M.P. Friperson.
Het hof heeft kennis genomen van het dossier.
Uit het dossier blijkt dat verdachte wordt verweten diefstal meermalen gepleegd en poging daartoe.
Er zijn naar het oordeel van het hof voldoende ernstige bezwaren jegens verdachte ter zake hetgeen hem wordt verweten. Het hof verwijst daartoe naar het overzicht van de rechter-commissaris en van de raadkamer in eerste aanleg. Het hof heeft zich aan de hand van het dossier ervan vergewist dat de ernstige bezwaren zoals eerder aangenomen ook thans nog onverkort van kracht zijn.
Dit geldt voor alle feiten als in de vordering bewaring opgenomen. De stelling van de verdediging dat voor het doen uitstrekken van de voorlopige hechtenis ook voor de feiten waarvoor de rechter-commissaris niet, doch de raadkamer van de rechtbank wel de ernstige bezwaren heeft aangenomen een vordering ex artikel 67b van het Wetboek van Strafvordering vereist is, volgt niet uit de wet. Immers genoemd artikel ziet op de situatie dat het openbaar ministerie wenst over te gaan tot vervolging ter zake van nieuwe feiten waarvoor voorlopige hechtenis mogelijk is, doch deze situatie doet zich in casu niet voor nu met het indienen van een vordering bewaring de vervolging ter zake van alle daarin opgenomen feiten reeds is aangevangen en deze vervolging niet is beëindigd door de beslissing van de rechter-commissaris om ter zake van enkele van deze feiten geen bewaring te verlenen.
Er is ook ernstig gevaar voor herhaling. Verdachte heeft inmiddels een rijk gevuld strafblad waaruit blijkt dat hij eerder meermalen met politie en justitie in aanraking is gekomen ook voor vermogensdelicten en daar ook meermalen voor veroordeeld is. Verdachte liep ten tijde van het plegen van de feiten die hem thans worden verweten in twee proeftijden. Verdachte is kennelijk ernstig resistent voor optreden van politie en justitie en dat doet, naast andere factoren, ernstig vrezen voor herhaling.
Het hof wijst af het beroep.
Namens verdachte is verzocht de voorlopige hechtenis te schorsen.
Het hof zal dat verzoek afwijzen nu het hof niet ziet welke voorwaarden aan een schorsing moeten worden verbonden om de kans op herhaling terug te brengen tot op een voor de samenleving aanvaardbaar niveau. Het hof heeft daarbij in het bijzonder acht geslagen op het omvangrijk strafblad van verdachte.
Het hof wijst af het verzoek.

BESCHIKKENDE IN HOGER BEROEP:

Wijst af het hoger beroep.
Bevestigt de beschikking waarvan beroep.
Wijst af het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Aldus gedaan op [datum 2]
door mr. E.A.A.M. Pfeil, voorzitter, mr. F.C.J.E. Meeuwis en mr. G.P.M.F. Mols, raadsheren, in tegenwoordigheid van B. Yazi, griffier.
mr. E.A.A.M. Pfeil, voorzitter, mr. F.C.J.E. Meeuwis, raadsheer en mw. B. Yazi, griffier zijn buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.
De advocaat-generaal bij dit Gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van verdachte.
's-Hertogenbosch, [datum 2]
Gezien d.d.
De directeur van [detentieplaats]