Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
vrouwverzoekt de beschikking waarvan beroep te vernietigen, voor zover daarbij het verzoek tot verdeling van het huwelijksvermogen wat betreft de lening aan de man door de vrouw voor de verbouwing van de woning is afgewezen, en opnieuw rechtdoende te
manweerspreekt de stellingen van de vrouw. Hij verzoekt het hof om haar in haar hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren, althans haar verzoek in hoger beroep af te wijzen en de beschikking waarvan beroep, zo nodig onder aanvulling van en/of verbetering van gronden, te bekrachtigen met veroordeling van de vrouw in proceskosten in hoger beroep aan zijde van de man gevallen.
5.De motivering van de beslissing
hofstelt voorop dat de overboekingen waarnaar de vrouw in productie III verwijst en waarop zij haar verzoek baseert, hebben plaatsgevonden in de periode tussen 29 juli 2015 en 17 september 2018. Daarom wordt de vordering van de vrouw, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, beheerst door het Turks huwelijksvermogensrecht.
manverzoekt de vrouw te veroordelen in de proceskosten in hoger beroep, nu de vrouw tegen beter weten in hoger beroep instelt, waardoor zij de man wederom op
hofziet in hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd, geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en zal de proceskosten in dit geding compenseren nu partijen (gewezen) echtgenoten zijn.