Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Stichting Jeugdbescherming Brabant, locatie [locatie],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
[minderjarige]), te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2020.
- bij beschikking van 21 april 2022 is tussen partijen de echtscheiding uitgesproken;
- bij vonnis van 7 juli 2022 heeft de voorzieningenrechter aan de moeder vervangende toestemming verleend (in plaats van de vader) om met [minderjarige] naar Polen te reizen en aldaar te verblijven van 11 juli 2022 tot en met 21 juli 2022 en heeft de rechtbank vervangende toestemming verleend (in plaats van de vader) om een paspoort aan te vragen voor [minderjarige] bij de Poolse ambassade;
- op 2 september 2022 heeft de rechtbank het hoofdverblijf van [minderjarige] bij de moeder bepaald en bepaald dat de vader gerechtigd is tot contact met [minderjarige] , waarbij het (aanvankelijk: begeleide) contact wordt vormgegeven door en op initiatief van de GI;
- bij vonnis van 3 oktober 2022 heeft de voorzieningengerechter aan de vader een straat- en contactverbod opgelegd om, kort gezegd, bij de moeder uit de buurt te blijven voor de duur van 12 maanden;
- bij beschikking van 28 april 2023 is aan de moeder vervangende toestemming verleend (in plaats van de vader) om [minderjarige] in te schrijven op de basisschool [basisschool] in [plaats];
- bij beschikking van 2 maart 2023 (onderdeel van de bestreden beschikking) heeft de rechtbank bepaald dat de vader contact heeft met [minderjarige] om de week van vrijdag tot maandag, waarbij de vader [minderjarige] vrijdag tussen 10.00 uur en 16.00 uur bij de gastouder ophaalt en op maandag tussen 6.45 uur en 10.00 uur weer bij de gastouder terugbrengt;
- bij vonnis in kort geding van 6 oktober 2023 heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van de moeder tot het opnieuw krijgen van een straat-en contactverbod tegen de vader voor de duur van een jaar afgewezen en de moeder veroordeeld in de proceskosten