Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd (feit 2);
- medeplegen van: van het plegen van witwassen een gewoonte maken (feit 3);
- medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod (feit 4);
- deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, vierde lid en 10a, eerste lid, van de Opiumwet (feit 5).
verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren althans aanwezig hebbenvan cocaïne. Niet is tenlastegelegd, om maar enkele voorbeelden te noemen, dat verdachte cocaïne zou hebben bewerkt, verwerkt of vervaardigd. In die zin is de tenlastelegging ook voor wat betreft de beschreven gedragingen waarvan de verdachte wordt verdacht, wel degelijk begrensd en gespecificeerd.
in elk geval(met andere woorden als het verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren niet bewezen kan worden) het opzettelijk aanwezig hebben. Het hof begrijpt het zo dat het aanwezig hebben van cocaïne in dit kader niet ziet op de in de woning van de verdachte aangetroffen partij cocaïne op 31 januari 2018, maar op het aanwezig hebben van hoeveelheden cocaïne in de VW Transporter tijdens de ritten die de verdachte in genoemde periode maakte. Onder feit 2 is ook geen hoeveelheid cocaïne vermeld. Dit is anders bij feit 4, welk feit uitdrukkelijk is toegesneden op het
op of omstreeks31 januari 2018 aanwezig hebben van 2900 gram cocaïne, onder de verwijzing naar ZD08. Een en ander is ter terechtzitting in eerste aanleg ook door de officier van justitie bevestigd: feit 2 ziet op het vervoeren door heel Nederland van cocaïne (pagina 2 van het proces-verbaal ter terechtzitting 2 oktober 2019). De enkele omstandigheid dat feit 2, naast ZD02, blijkens de vermelding op de dagvaarding en de opmerking van de officier van justitie in eerste aanleg óók is gebaseerd op ZD08, maakt dit niet anders. In dit zaakdossier zijn inderdaad de resultaten beschreven van de doorzoeking die op de actiedag van 31 januari 2018 in de woning van de verdachte heeft plaatsgevonden, maar die resultaten zouden ook kunnen dienen als (ondersteunend) bewijs voor het vervoeren van cocaïne in de onder 2 genoemde periode. Immers is op die dag in de woning van de verdachte een drietal blokken cocaïne aangetroffen, waaronder twee blokken met daarop het logo van een kroon. In afgeluisterde OVC-gesprekken van (ruim) vóór 31 januari 2018 wordt ook diverse keren gesproken over ‘blokken’ en ‘kronen’.
- primair vrijspraak van het onder 2 tenlastegelegde bepleit en subsidiair bepleit dat slechts een bewezenverklaring kan volgen met betrekking tot de dagen 20, 23 en 30 januari 2018;
- met betrekking tot het onder 3 tenlastegelegde verzocht om de bewezenverklaring te beperken tot het geldbedrag ad € 59.500,00 dat in de woning van verdachte is aangetroffen en voor het overige vrijspraak bepleit;
- zich met betrekking tot het onder 4 tenlastegelegde gerefereerd aan het oordeel van het hof;
- vrijspraak bepleit van het onder 5 tenlastegelegde;
- een strafmaatverweer gevoerd, inhoudende dat aan de verdachte ingeval van een strafoplegging een gevangenisstraf conform de duur van het voorarrest zal worden opgelegd.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2017 tot en met 31 januari 2018 te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo en/of Breda en/of 's-Gravenhage en/of Utrecht en/of Eindhoven en/of Nieuwegein en/of een of meerdere (andere) plaatsen in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, althans (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; (zaakdossiers 2 en 8)
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2017 tot en met 31 januari 2018 te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo en/of Breda en/of 's-Gravenhage en/of Utrecht en/of Eindhoven en/of Nieuwegein en/of een of meerdere (andere) plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) (een) voorwerp(en), te weten:
hij op of omstreeks 31 januari 2018 te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 2900 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; (zaakdossier 8)
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2017 tot en met 31 januari 2018 te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo en/of Helmond en/of elders in Nederland. heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie bestond uit een samenwerkingsverband van hem, verdachte, en een of meer perso(o)n(en), te weten [medeverdachte 1] (geboren [geboortedatum 2] 1965) en/of [medeverdachte 2] (geboren [geboortedatum 3] 1976) en/of [medeverdachte 3] (geboren [geboortedatum 4] 1989) en/of een of meer (andere) perso(o)n(en),
evidentover [medeverdachte 1] heeft, het kennelijk over een privéaangelegenheid (Sinterklaasfeest) gaat. Uit de overige gesprekken waarin [verdachte] over “de lange” spreekt in relatie tot het vervoeren van verdovende middelen en geldbedragen, is geen
evidentedirecte koppeling met [medeverdachte 1] af te leiden. Ook in de (beperkte) gesprekken tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] worden geen criminele activiteiten besproken. Daar komt bij dat in de PGP-telefoon die aan [verdachte] wordt toegeschreven ook andere contacten staan waarin de naam ‘lange’ voorkomt: Lange Oss, Lange Rus en Lange [naam 2] , alsmede komt in de gewone telefoon van [verdachte] een contact voor met de naam ‘Lange [naam 1] Vriend’.
“bij die andere is begonnen”. Ook het feit dat in een aantal OVC-gesprekken door de verdachte in verband met dat vervoeren van drugs en geld wordt gesproken over een persoon waarvan het sterk lijkt dat hiermee niet [medeverdachte 1] wordt bedoeld, is één van die contra-indicaties, bijvoorbeeld – wederom zonder volledig te willen zijn – het OVC-gesprek van 14 januari 2018 (p. 2038/2039), waarin in relatie tot “de lange” wordt gesproken over iemand die – wegens de bakengegevens – kennelijk in de buurt van Antwerpen woont.
hij op tijdstippen in de periode van 1 december 2017 tot en met 31 januari 2018 in Nederland tezamen en in vereniging met een ander telkens opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en vervoerd een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij op tijdstippen in de periode van 1 december 2017 tot en met 31 januari 2018 in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen telkens een voorwerp, te weten:
hij op 31 januari 2018 te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 2900 gram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
“Van die zwarte dan, die kleuren heb ik niet veel meer. Dat zijn dezelfde ja. Dat gaat echt hard hoor, dat spul. Ja… Dit zijn de beste”. Op 30 januari 2018 zitten [verdachte] en [medeverdachte 4] samen in de bus, waarbij ze praten over de prijs, geldbedragen (
: “Wat vroeg hij, € 50,00 ofzo?”[verdachte] :
“€ 45,00”) en noemt [medeverdachte 4] het woord
“coke”. Bij die doorzoeking is in een andere AH-tas in de nabijheid van de cocaïne een geldbedrag van bijna € 60.000,00 aangetroffen. In de woning vond de politie ook een geldtelmachine.
“Hoelaat dan?.... ja, iets over de miljoen… ja dat is klaar”. Uit de bakengegevens blijkt dat de VW Transporter die dag om 14.40 uur een stop in Nieuwegein heeft gemaakt. In de PGP-telefoon staat onder
“pap” “1,206,025 cina gebracht 16-12”.
“5000 apart, tientjes en twintigjes”en zegt hij dat hij van de week naar de wisselaar moet. Uit de bakengegevens blijkt dat de VW Transporter op 28 december 2017 enige tijd, bijna twee uur, op de [adres] in Nieuwegein is geweest en staat in de PGP onder
“pap” “983.400 [woord] gebracht 28-12”. Tijdens de doorzoeking in het pand [adres] te Nieuwegein op 31 januari 2018 is een karton aangetroffen met daarop het bedrag 983,400.
“die wisselaar”moet en spreken zij over het selecteren van kleingeld, batches van 200 biljetten die in twee keer gedaan kan worden, dat het druk was en dat er veel voor hem zaten te wachten. Uit de bakengegevens blijkt dat de VW Transporter die dag in Nieuwegein een stop aan de [adres] heeft gemaakt en in de PGP staat onder
“pap” “80.600 [woord] 29-12 af”.
1 mil naar [woord] 21-12
“Het geld dat ik kreeg moest ik meenemen. Ik pakte het aan en keek niet wat erin zat, het interesseerde me niet, ik deed gewoon mijn werk”, verklaring ter terechtzitting in hoger beroep), althans niets heeft verklaard over de herkomst van het geld en dat de geldbedragen, in contante coupures, niet worden verantwoord op basis van reguliere handelsactiviteiten of dat er aanwijzingen zijn dat deze geldbedragen voorhanden waren uit beroep of bedrijf, maar juist onder schimmige omstandigheden werden opgehaald en weggebracht. Verder heeft de verdachte verklaard dat hij het geld wegbracht voor een opdrachtgever die hij ‘de lange’ noemde en dat hij voor die klusjes zelf ook geld ontving, afkomstig van het geld dat hij ophaalde. Onder deze omstandigheden is het vermoeden dat al het geld dat de verdachte heeft verworven, voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen, een criminele herkomst heeft, gerechtvaardigd.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren.
geldboetevan
€ 59.500,00 (negenenvijftigduizend vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
316 (driehonderdzestien) dagen hechtenis.