Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) jaren.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, dat op 8 juli 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 1985 en thans verblijvende in P.I. Vught, was eerder door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaren en een geldboete van € 20.000,00 voor het treffen van voorbereidings- en bevorderingshandelingen ten behoeve van de handel in en productie van synthetische drugs. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis heeft gevorderd. De verdediging heeft gepleit voor integrale vrijspraak van feit 1 en partiële vrijspraak van feit 2, en in het geval van een bewezenverklaring verzocht om een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest zonder geldboete. Het hof heeft het beroep op vrijspraak afgewezen en zich verenigd met het vonnis van de rechtbank, maar heeft de strafoplegging herzien.
Het hof heeft de ernst van de feiten in overweging genomen, waaronder de maatschappelijke gevolgen van de productie en handel in synthetische drugs, en heeft geoordeeld dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 jaren passend is. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan ernstige strafbare feiten die niet alleen gevaarlijk zijn voor de samenleving, maar ook voor de gezondheid van gebruikers. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder de mogelijkheid om na detentie weer bij zijn gezin te wonen en werk te vinden. De beslissing is gegrond op de artikelen 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 10a van de Opiumwet.