Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
[minderjarige 1]), geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] .
[minderjarige 2]) geboren.
[minderjarige 3]) geboren.
4.De omvang van het geschil
- over de periode van 1 april 2022 tot 1 oktober 2022 een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige 1] van € 158,- per maand moet voldoen;
- vanaf 1 oktober 2022 een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige 1] (hierna ook: kinderalimentatie) van € 224,- per maand moet voldoen.
- de ingangsdatum van de door de man te betalen kinderalimentatie (grief 1);
- de behoefte van [minderjarige 1] (grief 2);
- de draagkracht van de man (grief 4);
- de draagkracht van de vrouw (grief 3);
- de door de rechtbank gemaakte draagkrachtvergelijking (grief 5);
- de door de rechtbank vastgestelde door de man te betalen kinderalimentatie (grief 6).
- € 55,- per maand over de periode van 1 april 2022 tot 1 oktober 2022;
- € 90,- per maand over de periode van 1 oktober 2022 tot en met 31 december 2022;
- € 95,- per maand over de periode van 1 januari 2023 tot en met 28 februari 2023;
- € 25,- per maand met ingang van 1 maart 2023.
5.De motivering van de beslissing
- van 1 april 2022 tot 1 maart 2023;
- van 1 maart 2023 tot en met 31 maart 2023;
- van 1 april 2023 tot en met 30 april 2023;
- van 1 mei 2023 tot en met 30 juni 2023;
- met ingang van 1 juli 2023.
6.De slotsom
7.De beslissing
- een bedrag van € 78,- per maand in de periode van 1 april 2022 tot 1 oktober 2022;
- een bedrag van € 113,- per maand in de periode van 1 oktober 2022 tot 1 januari 2023;
- een bedrag van € 118,- per maand in de periode van 1 januari 2023 tot 1 maart 2023;
- een bedrag van € 25,- per maand met ingang van 1 maart 2023,