Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
02-294818-20 tegen:
[verdachte] ,
- die [benadeelde partij] te vertellen dat voor verdachte 5,5 miljoen Amerikaanse dollar klaarstond in Amerika, en/of
- die [benadeelde partij] te vertellen dat hij, verdachte, kosten moest betalen om voornoemd bedrag vrij te krijgen, en/of
- die [benadeelde partij] een Checking Statement te tonen, en/of
- die [benadeelde partij] geld te vragen om over voornoemd bedrag te kunnen beschikken, en/of
- die [benadeelde partij] te vertellen dat het legaal geld was, en/of
- die [benadeelde partij] een provisie van 1,5% te beloven, en/of
- die [benadeelde partij] te vertellen dat [betrokkene] zijn, verdachtes, zakenpartner was en/of geld op de rekening van die [betrokkene] te storten om voornoemd bedrag vrij te krijgen.
Om over het bedrag van 5,5 miljoen Amerikaanse dollar te kunnen beschikken, moesten echter kosten worden betaald. De verdachte heeft [benadeelde partij] gevraagd om geld om die kosten te kunnen betalen, zodat hij de 5,5 miljoen Amerikaanse dollar kon ontvangen. Tevens heeft hij [benadeelde partij] gevraagd om zijn bankrekening ter beschikking te stellen om daar het geldbedrag op te laten storten, omdat de verdachte het geldbedrag vanwege zijn ondercuratelestelling niet op zijn eigen bankrekening kon ontvangen.
[benadeelde partij] zou in ruil hiervoor een provisie ontvangen van 1,5% van het bedrag dat de verdachte tegoed had. De verdachte heeft [benadeelde partij] verteld dat het geld legaal was en heeft hem hiertoe een Checking Statement overhandigd waarop stond vermeld dat de verdachte 5,5 miljoen Amerikaanse dollar op een bankrekening had staan.
in strijd met de waarheidtegen [benadeelde partij] heeft verteld dat er een geldbedrag van ruim vijf miljoen Amerikaanse dollar voor hem klaarstond in Amerika en daarmee onvoldoende bewijs dat de overige tenlastegelegde mededelingen onwaar waren. De vonnissen uit 2017 en 2018 die de officier van justitie in eerste aanleg heeft overgelegd, waarbij de verdachte ter zake van onder andere (het medeplegen van) oplichting is veroordeeld, en het gegeven dat de verdachte kennelijk bekend staat als meesteroplichter zoals uit mediaberichten blijkt, maken het voorgaande niet anders aangezien die veroordelingen en mediaberichten zien op andersoortige situaties en de vonnissen en berichten niet het bewijs kunnen opleveren dat het fonds waarover de verdachte heeft verklaard in deze zaak, niet bestaat.
BESLISSING
[benadeelde partij]niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding;