ECLI:NL:GHSHE:2023:4123

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 december 2023
Publicatiedatum
11 december 2023
Zaaknummer
20-001086-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg inzake diefstal, poging tot diefstal en overtredingen van de Wegenverkeerswet en Opiumwet

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg. De verdachte was eerder vrijgesproken van bepaalde feiten, maar is in hoger beroep veroordeeld voor diefstal door twee of meer verenigde personen, poging tot diefstal, en overtredingen van de Wegenverkeerswet en de Opiumwet. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, met aftrek van voorarrest, en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van achttien maanden. Daarnaast is de tenuitvoerlegging gelast van een eerder opgelegde taakstraf van veertig uren, subsidiair twintig dagen hechtenis. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak in eerste aanleg. De uitspraak is gedaan na onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, waarbij het hof de vordering van de advocaat-generaal heeft overwogen. De beslissing is gebaseerd op de feiten en omstandigheden zoals deze zijn vastgesteld in de tenlastelegging en de bewijsvoering.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001086-23
Uitspraak : 6 december 2023
VERSTEK (oip)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 4 april 2023, in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken met parketnummers 03-006627-23, 03-046178-23 en 03-052341-23, en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde straf onder parketnummer 03-112727-22, tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van het aan de verdachte onder parketnummer 03-046178-23 feit 1 primair en subsidiair tenlastegelegde vrijgesproken.
De verdachte is ter zake van:
  • ‘diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking’ (03-006627-23 feit 1 primair),
  • ‘poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming’ (03-006627-23 feit 2),
  • ‘overtreding van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994’ (03-052341-23 feit 1),
  • ‘opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod’ (03-052341-23 feit 2) en
  • ‘overtreding van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994’ (03-046178-23 feit 2)
veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, met aftrek van voorarrest.
Daarnaast is de verdachte ter zake van het hierboven onder parketnummers 03-046178-23 (feit 2) en 03-052341-23 (feit 1) reeds genoemde overtreden van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 veroordeeld tot een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 18 maanden.
Voorts is de tenuitvoerlegging gelast van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te Limburg van 15 november 2022, gewezen onder parketnummer 03-112727-22, te weten: een taakstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang en ontvankelijkheid van het hoger beroep
De verdachte is door de politierechter in de rechtbank Limburg vrijgesproken van hetgeen aan hem in de zaak met parketnummer 03-046178-23 onder 1 primair en subsidiair is tenlastegelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissingen tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissingen geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak van de in de zaak met parketnummer 03-046178-23 onder 1 primair subsidiair tenlastegelegde feiten.
Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het vonnis waarvan beroep dat aan het oordeel van het hof is onderworpen.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en dat het hof, opnieuw rechtdoende, zal bewezen verklaren hetgeen aan de verdachte is tenlastegelegd onder:
  • 03-006627-23 feit 1 primair
  • 03-006627-23 feit 2 primair
  • 03-112727-22 feit 1 (
  • 03-112727-22 feit 2
  • 03-046178-23 feit 2,
en de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, met aftrek van voorarrest. Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte ter zake van het onder 03-046178-23 feit 2 en 03-052341-23 feit 1 tenlastegelegde zal veroordelen tot een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 18 maanden.
Tenslotte heeft de advocaat-generaal de tenuitvoerlegging gevorderd van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te Limburg van 15 november 2022, gewezen onder parketnummer 03-112727-22, te weten een taakstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, reeds omdat de politierechter heeft volstaan met aantekening van de uitspraak op een aan het dubbel van de dagvaarding gehecht stuk, maar het hof gebonden is aan het motiveringsvoorschrift van artikel 359 van het Wetboek van Strafvordering.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – voor zover in hoger beroep nog aan de orde – tenlastegelegd dat:

Zaak met parketnummer 03-006627-23:

1. primair
hij in of omstreeks de periode van 5 januari 2023 tot en met 6 januari 2023 in de gemeente Heerlen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, kentekenplaten ( [kenteken 1] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking.
1. subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 5 januari 2023 tot en met 6 januari 2023 in de gemeente Heerlen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, kentekenplaten ( [kenteken 1] ), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
2.
hij op of omstreeks 6 januari 2023 in de gemeente Heerlen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om stroomkabels en/of een waterpomptang, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een nog onbekend gebleven firma, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, doordat hij/zij:
- zich in de richting van het bouwterrein heeft/hebben bewogen,
- aldaar over het hek is/zijn geklommen,
- op het bouwterrein stroomkabels en/of een waterpomptang heeft/hebben gepakt, en/of
- voornoemde stroomkabels en/of waterpomptang in de nabijheid van het hek op de grond heeft/hebben gelegd zodat deze van de andere zijde gepakt kunnen worden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Zaak met parketnummer 03-046178-23 (gevoegd):2.hij op of omstreeks 25 september 2022 te Weert, althans in Nederland, een voertuig, te weten een auto (volkswagen golf [kenteken 2] ), heeft bestuurd na gebruik van een of meer in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten cocaïne en/of morfine, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van genoemde Wet, het gehalte in zijn bloed van de bij die aangewezen stoffen vermelde meetbare stoffen 190 microgram cocaïne per liter bloed en/of 22 microgram morfine per liter bloed bedroeg, in elk geval (telkens) zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stoffen afzonderlijk vermelde grenswaarde.

Zaak met parketnummer 03-052341-23 (gevoegd):

1.
hij op of omstreeks 29 oktober 2022, in de gemeente Heerlen, een voertuig (personenauto) heeft bestuurd of als bestuurder heeft doen besturen, na gebruik van een in artikel 2 van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer aangewezen stof(fen) als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten cocaïne en/of morfine, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de genoemde Wet, het gehalte in zijn bloed van de bij die aangewezen stoffen vermelde meetbare stoffen, 120 microgram cocaïne per liter bloed en/of 30 microgram morfine per liter bloed bedroeg, in elk geval (telkens) een hoger gehalte dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die aangewezen stof afzonderlijk vermelde grenswaarde.
2.
hij op of omstreeks 29 oktober 2022, in de gemeente Heerlen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1,06 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of ongeveer 0,89 gram heroïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 03-006627-23 onder 1 primair en 2 en in de zaak met parketnummer 03-046178-23 onder 2 en in de zaak met parketnummer 03-052341-23 onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:

Zaak met parketnummer 03-006627-23:

1. primair
hij in de periode van 5 januari 2023 tot en met 6 januari 2023 in de gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging met een ander kentekenplaten ( [kenteken 1] ), die aan [benadeelde] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking.
2.
hij op 6 januari 2023 in de gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om stroomkabels en een waterpomptang, die aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorden weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van inklimming:
- zich in de richting van het bouwterrein heeft bewogen,
- aldaar over het hek is geklommen,
- op het bouwterrein stroomkabels en een waterpomptang heeft gepakt, en
- voornoemde stroomkabels en waterpomptang in de nabijheid van het hek op de grond heeft gelegd zodat deze van de andere zijde gepakt kunnen worden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Zaak met parketnummer 03-046178-23 (gevoegd):

2.
hij op of omstreeks 25 september 2022 te Weert, althans in Nederland, een voertuig, te weten een auto (volkswagen golf [kenteken 2] ), heeft bestuurd na gebruik van een of meer in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten cocaïne en morfine, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van genoemde Wet, het gehalte in zijn bloed van de bij die aangewezen stoffen vermelde meetbare stoffen, 190 microgram cocaïne per liter bloed en 22 microgram morfine per liter bloed bedroeg, zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stoffen afzonderlijk vermelde grenswaarde.

Zaak met parketnummer 03-052341-23 (gevoegd):

1.
hij op 29 oktober 2022, in de gemeente Heerlen, een voertuig (personenauto) heeft bestuurd, na gebruik van in artikel 2 van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten cocaïne en morfine, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de genoemde Wet, het gehalte in zijn bloed van de bij die aangewezen stoffen vermelde meetbare stoffen, bedroeg, 120 microgram cocaïne per liter bloed en 30 microgram morfine per liter bloed bedroeg, telkens een hoger gehalte dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die aangewezen stof afzonderlijk vermelde grenswaarde.
2.
hij op 29 oktober 2022, in de gemeente Heerlen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1,06 gram cocaïne en ongeveer 0,89 gram heroïne, zijnde cocaïne en heroïne, telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het arrest. Deze aanvulling wordt dan aan dit arrest gehecht.
Bewijsoverwegingen
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt – ook in zijn onderdelen – slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in de zaak met parketnummer 03-006627-23 onder 1 primair bewezenverklaarde wordt gekwalificeerd als:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Het in de zaak met parketnummer 03-006627-23 onder 2 bewezenverklaarde wordt gekwalificeerd als:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming.
Het in de zaak met parketnummer 03-046178-23 onder 2 bewezenverklaarde wordt gekwalificeerd als:

overtreding van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

Het in de zaak met parketnummer 03-052341-23 onder 1 bewezenverklaarde wordt gekwalificeerd als:

overtreding van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

Het in de zaak met parketnummer 03-052341-23 onder 2 bewezenverklaarde wordt gekwalificeerd als:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. De feiten zijn strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen straf of maatregel
Bij de bepaling van de op te leggen sancties heeft het hof gelet op:
- de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan,
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de daarop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd, en
- de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan diefstal van kentekenplaten. Ook heeft hij zich samen met een ander schuldig gemaakt aan een poging tot diefstal van stroomkabels en een waterpomptang. Het handelen van de verdachte getuigt van een gebrek aan respect voor het eigendomsrecht van een ander. Bovendien heeft het hierdoor voor de slachtoffers de nodige overlast veroorzaakt. Voorts is ten laste van de verdachte bewezenverklaard dat hij op 25 september 2022 en 29 oktober 2022 onder invloed van verdovende middelen een auto heeft bestuurd. Door aldus te handelen heeft de verdachte op verschillende momenten laten blijken dat hij als verkeersdeelnemer onvoldoende verantwoordelijkheidsbesef heeft ten aanzien van de verkeersveiligheid. Op 29 oktober 2022 heeft de verdachte eveneens een hoeveelheid cocaïne en een hoeveelheid heroïne aanwezig gehad.
Ten aanzien van de persoon van de verdachte heeft het hof acht geslagen op een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 28 september 2023. Uit dit uittreksel blijkt dat de verdachte voorafgaand aan het bewezenverklaarde handelen eerder onherroepelijk is veroordeeld. Dat heeft de verdachte er kennelijk niet van weerhouden zich schuldig te maken aan het bewezenverklaarde handelen. Voorts blijkt daaruit dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht toepassing vindt.
Naar het oordeel van het hof kan – gelet op de voren omschreven aard en ernst van de feiten – niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Alle omstandigheden afwegende acht het hof het passend en geboden de verdachte te veroordelen tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met aftrek van voorarrest.
Mede ter bescherming van de verkeersveiligheid zal het hof voorts de verdachte de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturen ontzeggen voor de duur van 18 maanden.
Beslag in de zaak met parketnummer 03-052341-23
Blijkens de kennisgeving van inbeslagneming d.d. 29 oktober 2022 onder registratienummer PL2300-2022168630-9 zijn poeders in beslag genomen. Blijkens de kennisgeving van inbeslagneming d.d. 2 november 2022 onder registratienummer PL2300-2022168630-10 is een telefoon van het merk Nokia in beslag genomen.
De politierechter heeft ten aanzien van deze inbeslaggenomen voorwerpen geen beslissing genomen. Het hof zal ambtshalve op het beslag beslissen.
Het onder de verdachte inbeslaggenomen voorwerp, te weten de poeders met als bijzonderheid ‘zogenaamde snowseals met vermoedelijk cocaïne’, zijn stoffen met betrekking tot welke het onder parketnummer 03-052341-23 tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan. De stoffen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en de goede orde, op grond waarvan het hof deze stoffen aan het verkeer onttrokken zal verklaren.
Van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven telefoon (merk: Nokia) kan de teruggave worden gelast aan de verdachte.
Vordering tot tenuitvoerlegging
Het openbaar ministerie heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van een voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis, opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg van 15 november 2022 onder parketnummer 03-112727-22. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Blijkens het de verdachte betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 28 september 2023 is de startdatum van deze proeftijd 30 november 2022 en is de einddatum daarvan 4 april 2023.
Het hof is gebleken dat de veroordeelde zich in de periode van 5 en 6 januari 2023 schuldig heeft gemaakt aan de onder parketnummer 03-006627-23 onder 1 primair en onder 2 tenlastegelegde feiten. Ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging is het hof van oordeel dat de verdachte zich aldus voor het einde van de proeftijd aan meerdere strafbare feiten schuldig heeft gemaakt. De vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf zal derhalve worden toegewezen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 45, 57, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2, 10 en 13a van de Opiumwet en de artikelen 8, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het in de zaak met parketnummer 03-046178-23 onder 1 primair en 1 subsidiair tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en doet opnieuw recht:
- verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 03-006627-23 onder 1 primair en 2 en in de zaak met parketnummer 03-046178-23 onder 2 en in de zaak met parketnummer 03-052341-23 onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
- verklaart het in de zaak met parketnummer 03-006627-23 onder 1 primair en 2 en in de zaak met parketnummer 03-046178-23 onder 2 en in de zaak met parketnummer 03-052341-23 onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
- beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
- ontzegt de verdachte ter zake van het in de zaak met parketnummer 03-046178-23 onder 2 en in de zaak met parketnummer 03-052341-23 onder 1 bewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
- beveelt de
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
Goednummer PL2300-2022168630-1551964 (object: poeders).
- gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
Goednummer PL2300-2022168630-1553012 (object: telefoon, merk/type Nokia, kleur blauw).
- beveelt de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg van 15 november 2022, parketnummer 03-112727-22, te weten van: een
taakstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, subsidiair
20 (twintig) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door:
mr. A.R. Hartmann, voorzitter,
mr. W.F. Koolen en mr. N. van der Laan, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.M.M.F. van de Ven, griffier,
en op 6 december 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. N. van der Laan en mr. A.M.M.F. van de Ven zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.