ECLI:NL:GHSHE:2023:4107

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
7 december 2023
Publicatiedatum
8 december 2023
Zaaknummer
20-001162-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Limburg inzake opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, diefstal en handelen in strijd met de Wet wapens en munitie

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 14 april 2023. De verdachte is veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, diefstal waarbij het weg te nemen goed onder zijn bereik is gebracht door middel van braak en verbreking, en handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie. De rechtbank heeft de verdachte een gevangenisstraf van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren opgelegd, alsook een taakstraf van 150 uren, subsidiair 75 dagen hechtenis. Tevens zijn verdovende middelen en een mes onttrokken aan het verkeer.

De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdediging. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de rechtbank zal bevestigen, met uitzondering van de beslissing omtrent het beslag, aangezien de verdachte afstand heeft gedaan van de voorwerpen. De verdediging heeft verweren gevoerd met betrekking tot de bewezenverklaring van de feiten en de strafmaat, waaronder een betoog over een (on)rechtmatige doorzoeking van de woning en auto van de verdachte.

Het hof heeft de overwegingen van de rechtbank overgenomen en het verweer van de verdediging verworpen. Het hof heeft geen reden gevonden om anders te oordelen dan de rechtbank en heeft de strafmaat bevestigd, met uitzondering van de beslissing over het beslag. Het hof heeft geoordeeld dat de rechtbank niet had moeten oordelen over de verdovende middelen en het mes, omdat de verdachte afstand had gedaan van deze voorwerpen. Het hof bevestigt het vonnis van de rechtbank, met uitzondering van het beslag.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001162-23
Uitspraak : 7 december 2023
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 14 april 2023, in de strafzaak met parketnummer 03-345681-21 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1984,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
De rechtbank heeft verdachte ter zake van:
-feit 1 primair: opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
-feit 2 primair: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en verbreking, meermalen gepleegd;
-feit 3: handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
veroordeeld tot:
-een gevangenisstraf van l maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren; en
- een taakstraf voor de duur van 150 uren, subsidiair 75 dagen hechtenis.
Tevens heeft de rechtbank verdovende middelen en een mes onttrokken aan het verkeer.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de rechtbank zal bevestigen met uitzondering van de beslissing omtrent het beslag nu verdachte afstand van die voorwerpen heeft gedaan.
De verdediging heeft verweren gevoerd betreffende de bewezenverklaring van de feiten 1 primair en 2 primair en de strafmaat.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de redengeving waarop dit berust met uitzondering van de beslissing omtrent het beslag.
Standpunt verdediging ten aanzien van de feiten 1 primair en 2 primair
De verdediging heeft de in eerste aanleg gevoerde verweren strekkende tot vrijspraak van de feiten 1 primair en 2 primair in het hoger beroep herhaald.
(On)rechtmatige doorzoeking
Primair heeft de verdediging betoogd dat de woning en de auto van verdachte onrechtmatig zijn doorzocht, dat dit vormverzuim dient te leiden tot bewijsuitsluiting en tot vrijspraak.
De rechtbank heeft dit verweer verworpen op gronden als neergelegd onder het kopje
“3.3.1.2 (on)rechtmatige doorzoeking?”op pagina 3 van het vonnis.
Het hof heeft geen reden anders te oordelen. Neemt de overwegingen van de rechtbank over, maakt deze tot de zijne en verwerpt op grond daarvan het tot bewijsuitsluiting strekkende verweer van de verdediging.
Geen bewijs medeplegen hennepteelt en diefstal elektriciteit en water
Subsidiair heeft de verdediging betoogd dat verdachte van het onder 1 primair ten laste gelegde moet worden vrijgesproken omdat verdachte als pleger noch als medepleger teelthandelingen heeft verricht. Ten aanzien van feit 2 primair heeft de verdediging betoogd dat verdachte als pleger noch als medepleger betrokken is geweest bij de diefstal van elektriciteit respectievelijk water.
De rechtbank heeft dit verweer verworpen op gronden als neergelegd onder het kopje
“3.3.1.4 overwegingen van de rechtbank”op pagina 5 van het vonnis.
Het hof heeft geen reden anders te oordelen. Neemt de overwegingen van de rechtbank over, maakt deze tot de zijne en verwerpt op grond daarvan het tot vrijspraak strekkende verweer van de verdediging ten aanzien van de feiten 1 primair en 2 primair.
Strafmaat
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat bij de strafoplegging betrokken dient te worden dat verdachte niet eerder in aanraking met justitie is geweest, dat de woning van verdachte door de gemeente een aantal maanden gesloten is geweest en dat de woning van verdachte na het weghalen van kwekerij een ravage was.
De rechtbank heeft zijn overwegingen omtrent de straf neergelegd onder “
6.3. Het oordeel van de rechtbank” op pagina 7 van het vonnis.
Het hof heeft geen reden anders te oordelen. Neemt de overwegingen van de rechtbank over, maakt deze tot de zijne en ziet in hetgeen verder in hoger beroep naar voren is gebracht geen reden anders te beslissen.
Beslag
De rechtbank heeft verdovende middelen en een mes onttrokken aan het verkeer (pagina 8 van het vonnis).
Het hof volgt de rechtbank hierin niet omdat verdachte ter gelegenheid van het politieverhoor afstand heeft gedaan van beide voorwerpen zodat de strafrechter daarover geen oordeel meer toekomt. In zoverre vernietigt het hof het vonnis van de rechtbank, overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met uitzondering van het beslag.
Aldus gewezen door:
mr. C.A. van Roosmalen, voorzitter,
mr. J.T.F.M. van Krieken en mr. F. van Es, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J.H.W. van der Meijs, griffier,
en op 7 december 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. C.A. van Roosmalen is buiten staat dit arrest te ondertekenen.