Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- feit 1: diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
- feit 2: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
- feit 3: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
- feit 4: opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
- de kwalificatie van de onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten;
- de opgelegde straf en de strafmotivering.
De door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen worden aangevuld met een proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 februari 2020, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , dossierpagina’s 92-93, voor zover inhoudende als volgt:
De door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen worden aangevuld met een proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 februari 2020, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , dossierpagina’s 94-95, voor zover inhoudende als volgt:
Ik verbalisant werd aangesproken door het slachtoffer, [benadeelde 2] . Ik hoorde dat hij zei dat hij was gestoken door een verdachte middels een machete. Daarna werd ik aangesproken door het andere slachtoffer, [benadeelde 1] .
Ik werd vervolgens aangesproken door collega [verbalisant 3] . Ik hoorde mijn collega zeggen dat zij twee lachgasflessen had aangetroffen ter hoogte van de automaterialenwinkel aan [adres 2] . Dat is gelegen zo'n 100 meter van het plaats delict. Ik hoorde dat [benadeelde 1] zei dat hun lachgasflessen blauw met grijs waren.
De eendaadse samenloop vandiefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personenenafpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
48 (achtenveertig) maanden.
20 (twintig) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.