Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
‘s-Hertogenbosch
[verdachte] ,
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand;
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 1986 en woonachtig te Oosterhout, was eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden voor het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De politierechter had vastgesteld dat de verdachte op 8 juli 2022 samen met anderen opzettelijk ongeveer 40,8 gram amfetamine en 42,6 gram MDMA aanwezig had gehad.
Namens de verdachte werd hoger beroep ingesteld, waarbij de raadsman vrijspraak bepleitte en stelde dat er geen sprake was van wetenschap en beschikkingsmacht over de drugs. Het hof heeft echter, na het horen van de advocaat-generaal en de verdediging, geoordeeld dat de verdachte wel degelijk wetenschap had van de aanwezigheid van de drugs in de woning van haar medeverdachte. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en het tenlastegelegde bewezen verklaard, maar heeft de strafmaat aangepast.
Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand, met een proeftijd van twee jaar. De beslissing is gebaseerd op de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waarbij het hof rekening heeft gehouden met haar justitiële verleden en de impact van haar handelen op de maatschappij. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 14a, 14b, 14c, 47 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.