Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om de bekrachtiging van een ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2013. De moeder, verzoekster in hoger beroep, is het niet eens met de beschikking van de rechtbank Limburg, die de minderjarige onder toezicht heeft gesteld voor de duur van twaalf maanden. De moeder voert aan dat de ondertoezichtstelling niet gerechtvaardigd is, omdat er slechts sprake is van een mogelijke toekomstige ontwikkelingsbedreiging en dat de hulpverlening niet is veranderd of intensiever is geworden. De vader, die de minderjarige anderhalf jaar geleden voor het laatst heeft gezien, steunt de ondertoezichtstelling en wijst op de zorgelijke situatie waarin de minderjarige zich bevindt.
Tijdens de mondelinge behandeling op 10 januari 2023 zijn zowel de moeder als de vader gehoord, evenals de Raad voor de Kinderbescherming. De raad benadrukt de noodzaak van de ondertoezichtstelling, gezien de ernstige ontwikkelingsbedreiging van de minderjarige en het wantrouwen tussen de ouders. Het hof heeft kennisgenomen van de rapporten van de betrokken instanties en concludeert dat de wettelijke vereisten voor een ondertoezichtstelling zijn vervuld. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en verzoekt om een afschrift van de uitspraak naar het centraal gezagsregister te sturen.