In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 5 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 2004 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 weken, waarvan 4 weken voorwaardelijk, voor het medeplegen van witwassen. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld na het hoger beroep van de verdachte. De verdachte was samen met een medeverdachte in een auto waarin een aanzienlijk contant geldbedrag van € 41.970 werd aangetroffen. Het hof oordeelde dat de verklaring van de verdachte niet voldeed aan de eisen van een concrete en verifieerbare verklaring, waardoor het vermoeden van witwassen gerechtvaardigd was. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en kwam tot de conclusie dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan schuldwitwassen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 dagen, waarvan 28 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Het hof hield rekening met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn jeugdige leeftijd en het feit dat hij niet eerder in aanraking was gekomen met justitie.