De vader kan zich met deze beslissing niet verenigen en hij is hiervan in hoger beroep gekomen. In zijn beroepschrift, zoals aangevuld op de mondelinge behandeling, voert hij, kort samengevat, het volgende aan.
De moeder weigert sinds december 2017 om contact toe te staan tussen hem en de kinderen. De twee begeleide omgangsmomenten bij [instantie 1] zijn redelijk goed verlopen; één keer heeft de vader beide kinderen gezien en een andere keer heeft hij alleen [minderjarige 1] gezien ( [minderjarige 2] wilde niet). De vader is één keer een omgangsafspraak vergeten. Dat kwam door de vele wijzigingen in dagen en tijdstippen. Hij is ook een keer te laat gekomen, maar dat waren maar één of twee minuten en dat vormde geen probleem. De kinderen waren geïnteresseerd in de vader en leken de contacten als prettig te ervaren. [instantie 1] zag geen belemmeringen in het continueren van de contacten. Na deze twee contactmomenten gaf de moeder aan dat de kinderen geen contact meer wilden met de vader. De kinderen krijgen van de moeder geen emotionele toestemming om het met hun vader leuk te hebben. De moeder heeft bewust of onbewust een ernstig loyaliteitsconflict veroorzaakt. [instantie 1] heeft deze kwestie niet juist aangepakt. De vader heeft het vertrouwen in [instantie 1] verloren. Hij ziet geen voedingsbodem meer in een vruchtbare samenwerking. De vader wil het contact met de kinderen herstellen en weer een rol spelen in hun leven. Hij begrijpt niet dat de rechtbank niet heeft willen inzetten op een ander traject.
De vader heeft grote stappen gezet. Hij heeft zijn leven op orde. De vader heeft soms gesprekken met de praktijkondersteuner, omdat hij last heeft van piekeren en slecht slapen. Als de huisarts deze hulp onvoldoende zou vinden, zou er wel worden doorgeschakeld. Dat wordt niet gedaan. De vader heeft baat bij deze hulp.
De vader heeft er niets mee te maken dat de kinderen van school zijn verwijderd. Dit komt door het gedrag van de moeder. Zij leidt een conflictueus leven. Daar staat de vader volledig buiten. Hij heeft ook niets te maken met de incidenten die tussen de moeder en zijn familieleden hebben plaatsgevonden. De vader heeft al elf jaar geen contact meer met zijn broer en schoonzus.
De vader heeft vrienden in de wijk waar de moeder woont. Als hij de kinderen toevallig ziet, kijkt en zwaait hij naar ze. Hij kan die prikkel niet onderdrukken en hij zou een slechte vader zijn als hij dit anders zou doen. Dat dit een weerslag op de kinderen heeft, komt omdat de moeder hier niet goed op reageert. De vader rijdt wel eens langs school, maar nooit overdag, altijd in de avond. De kinderen kunnen hem daar nooit gezien hebben. Van het verhaal van de moeder dat de vader met de auto de buurvrouw heeft achtervolgd die toen de kinderen uit school haalde, klopt helemaal niets.
De kinderen hebben baat bij rust, maar de vader kan de rust niet garanderen als de moeder met andere personen in conflict komt.
De vader weet dat hij geen emotionele problemen heeft. Als het moet, zou hij wel meewerken aan een hulpverleningstraject dat niet gericht is op omgang, maar op hemzelf. Aan het einde van het traject blijkt dan vanzelf wel dat hij geen persoonlijke problemen heeft.