Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 9624371 / CV EXPL 22-140)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- het tegen [geïntimeerde] verleende verstek;
- de memorie van grieven met producties 7 en 8.
3.De beoordeling
- a. [geïntimeerde] en [appellant] hebben bij hetzelfde transportbedrijf gewerkt en zij bezorgden samen banken van het merk Seats and Sofas.
- b. [geïntimeerde] heeft als productie 1 bij de inleidende dagvaarding een kopie van een “Schuldverklaring” (hierna: de Schuldverklaring) overgelegd. Daarin staat – voor zover het hof de niet geheel duidelijke kopie heeft kunnen lezen – onder meer het volgende:
De hoofdsom wordt afgelost binnen 12 weken, ingaand op 3 november 2020 (…)
De looptijd van de lening bedraagt 12 weken, met ingang van 3 november 2020.
(…)
De over de hoofdsom of het restant wordt voor 19 januari 2021 voldaan.
“Terug 5725,-”. Die tekst is handgeschreven.
- c. Op donderdag 7 januari 2021 heeft [geïntimeerde] aan [appellant] via WhatsApp een foto van de Schuldverklaring gezonden met daarbij de tekst
- d. Omstreeks twee weken later heeft [geïntimeerde] per WhatsApp aan [appellant] gevraagd (vertaald):
- e. [geïntimeerde] heeft daarna nogmaals per WhatsApp aan [appellant] gevraagd:
- f. [appellant] heeft op deze vragen niet gereageerd.
- g. Bij brief van 18 oktober 2021 heeft Juristu Incassodiensten B.V. namens [geïntimeerde] onder meer het volgende geschreven aan [appellant] :
- een blanco pagina overgelegd met daarop zes door hem geplaatste handtekeningen;
- een kopie overgelegd van zijn rijbewijs, waarop zijn handtekening ook zichtbaar is.
- de overeenkomst op de foto niet heel duidelijk leesbaar is;
- tussen partijen vast staat dat [appellant] kleinere bedragen van [geïntimeerde] heeft geleend, zodat de mededeling dat er over twee weken geld zou moeten zijn ook daarop betrekking zou kunnen hebben;
- een emoticon van een gebalde vuist geen erg duidelijke mededeling is; volgens [appellant] zou hij, als hij met de mededeling van [geïntimeerde] wilde instemmen, niet met een gebalde vuist maar met een opgestoken duim hebben gereageerd.
4.De uitspraak
- wijst de vorderingen van [geïntimeerde] af;
- veroordeelt [geïntimeerde] in de proceskosten van het geding bij de kantonrechter, en begroot die kosten aan de zijde van [appellant] op nihil;