In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 4 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 1994 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 weken voor twee diefstallen. Daarnaast was de tenuitvoerlegging gelast van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 30 dagen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om vernietiging van het eerdere vonnis en veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf van 6 weken, evenals toewijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf. De verdediging pleitte voor vrijspraak van de diefstal van één fiets en vroeg om een voorwaardelijke gevangenisstraf.
Het hof heeft het eerdere vonnis vernietigd, omdat de politierechter niet voldeed aan het motiveringsvoorschrift van artikel 359 van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van twee fietsen en andere goederen, en heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 weken. Tevens is de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf toegewezen, omdat de verdachte zich tijdens de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 57, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.