In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 30 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek om partneralimentatie. De man, die in hoger beroep is gekomen, heeft verzocht om een bijdrage van de vrouw in zijn kosten van levensonderhoud. De rechtbank had eerder, in een beschikking van 14 februari 2023, het verzoek van de man tot vaststelling van een onderhoudsbijdrage afgewezen. Het hof heeft vastgesteld dat de man voldoende tijd heeft gehad om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien en dat hij hiertoe in staat is. De man heeft aangevoerd dat hij door medische beperkingen niet in staat is om volledig te werken, maar het hof oordeelt dat hij in ieder geval het minimumloon kan verdienen. De vrouw heeft betwist dat de man niet in staat is om te werken en heeft aangevoerd dat hij onvoldoende heeft aangetoond dat hij behoefte heeft aan een aanvullende bijdrage. Het hof heeft geoordeeld dat de man niet voldoende heeft aangetoond dat hij zich voldoende heeft ingespannen om aan het werk te komen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd voor wat betreft de bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de man voor de periode van 6 december 2021 tot 14 februari 2023, en heeft het verzoek van de man om een bijdrage van € 445,- per maand toegewezen voor die periode. Voor de periode na 14 februari 2023 is het verzoek van de man afgewezen. De man is niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om schorsing van de uitvoerbaar bij voorraadverklaring.