Uitspraak
5.Het geding in hoger beroep
- het tussenarrest van 13 september 2022 waarbij het hof een mondelinge behandeling na aanbrengen heeft gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling na aanbrengen van 28 oktober 2022;
- de memorie van grieven met productie;
- de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel appel en wijziging eis met producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel, tevens antwoord wijziging eis met productie;
- de mondelinge behandeling, waarbij [geïntimeerde] spreekaantekeningen heeft overgelegd.
6.De beoordeling
i)om aan [geïntimeerde] te betalen een bedrag van € 146.383,24, vermeerderd met de
wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW met ingang van 1 januari 2021 tot de
dag van volledige betaling;
i) om aan [appellant] te betalen een bedrag van € 38.448,51, vermeerderd met de wettelijke
€ 1.114,- (kosten van de reconventie van eerste instantie) een en ander vermeerderd met wettelijke rente daarover vanaf 15 juli 2022 tot de dag der voldoening en voorts [appellant] te veroordelen in de kosten van het hoger beroep, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Incidenteel hoger beroep
€ 10.443,00Totaal: € 12.223,00