In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, waarbij de verdachte op 16 februari 2023 was vrijgesproken van een aantal tenlastegelegde feiten, maar wel was veroordeeld voor afpersing, openlijk geweld, oplichting en afdreiging. De verdachte, geboren in 2000, had samen met een medeverdachte een serie strafbare feiten gepleegd, waarbij zij zich voordeden als vrouwen op chatsites en slachtoffers financieel benadeelden door hen te bedreigen en te dwingen tot betaling. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het de vordering van de advocaat-generaal heeft overwogen en de verdediging heeft gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich gedurende een periode van drie maanden schuldig heeft gemaakt aan meerdere oplichtingen, afpersingen en geweldplegingen, waarbij slachtoffers in een kwetsbare positie zijn gebracht. De verdachte is als first offender aangemerkt, maar het hof heeft geconstateerd dat de verdachte een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de rechten van de slachtoffers. De strafoplegging is gematigd vanwege een overschrijding van de redelijke termijn in de eerste aanleg, wat heeft geleid tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uren. Het hof heeft ook de beslissing over het beslag herzien en gelast dat de in beslag genomen sleutels worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende.