In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 24 januari 2022. De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in verband met hennepteelt. De politierechter had vastgesteld dat de betrokkene, geboren in 1980, een bedrag van € 44.838,59 aan wederrechtelijk verkregen voordeel had en hem de verplichting opgelegd tot betaling van € 44.838,00 aan de Staat. Tevens was de duur van de gijzeling vastgesteld op maximaal 1080 dagen.
Tegen dit vonnis is door de betrokkene hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het eerdere vonnis zou vernietigen en het wederrechtelijk verkregen voordeel zou vaststellen op € 22.419,00. Het hof heeft het vonnis van de politierechter echter bevestigd, met verbetering en aanvulling van de motivering. Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de Opiumwet en dat er onvoldoende bewijs was voor de stelling van de advocaat-generaal dat er sprake was van een mededader.
Het hof heeft de motivering van de politierechter bevestigd en de vordering van de advocaat-generaal afgewezen. De beslissing van het hof houdt in dat het vonnis waarvan beroep wordt bevestigd, met inachtneming van de verbeterde motivering.