ECLI:NL:GHSHE:2023:3904
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake omgangsregeling tussen vader en minderjarige onder toezichtstelling
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de omgangsregeling tussen de vader en zijn minderjarige kind, dat onder toezicht is gesteld. De vader heeft in hoger beroep de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant aangevochten, waarin werd bepaald dat de Gecertificeerde Instelling (GI) de regie over de omgangsregeling voor de duur van de ondertoezichtstelling zou krijgen. De vader, die sinds december 2022 geen contact meer heeft gehad met zijn kind, verzoekt om de omgangsregeling te hervatten zoals deze was vastgesteld in een eerdere beschikking van maart 2022. Hij stelt dat er geen zorgen waren over de omgang en dat de stopzetting van de omgang onbegrijpelijk is.
De GI daarentegen betoogt dat de regie bij hen moet blijven, gezien de zorgen over de opvoedsituatie en eerdere geweldsincidenten waarbij de vader betrokken was. De moeder en de stiefvader steunen het standpunt van de GI, waarbij zij aangeven dat het momenteel goed gaat met de minderjarige, die hulp krijgt voor zijn autisme. De Raad voor de Kinderbescherming sluit zich aan bij de zorgen van de GI en benadrukt het belang van rust en voorspelbaarheid voor de minderjarige.
Het hof overweegt dat de regie over de omgangsregeling bij de GI moet blijven, gezien de kwetsbaarheid van de minderjarige en de complexiteit van de situatie. Het hof bekrachtigt de beslissing van de rechtbank en compenseert de proceskosten, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door een collegiaal hof op 23 november 2023.