Uitspraak
[kind], geboren op [datum] 2022 te [plaats ] .
Raad voor de Kinderbescherming,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/405072 / KG ZA 23-8)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord met producties 1-6;
- het procesdossier in eerste aanleg;
- H12-formulier namens de man met een productie 1 van 25 september 2023
- H12-formulier namens de vrouw met een productie 1 van 28 september 2023.
- H12-formulier namens de man met productie 2 van 29 september 2023.
- De volledige beschikking van 17 januari 2023 namens de man van 4 oktober 2023.
- advocaat mr. M.M. van der Marel;
- de man, met zijn advocaat mr. L.M. Bakker;
- de raad, vertegenwoordigd door P. Bertrums en B. Broeren.
3.De feiten
- verleent ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de vrouw, aan de man toestemming tot het erkennen van de minderjarige [kind] , geboren te [plaats ] op [datum] 2022;
- bepaalt – uitvoerbaar bij voorraad- dat de man en de minderjarige
3 oktober 2023 PRO FORMAin afwachting van de UHA rapportage over het verloop en de resultaten van het (jeugd)hulpverleningstraject; iedere verdere beslissing is aangehouden.
4.Omvang van het geschil
- de vrouw om samen met de man na te komen de door de voorzieningenrechter in de beschikking van 17 januari 2023 opgelegde begeleide omgangsregeling, inhoudende dat de man en de minderjarige
- de vrouw na te komen de door de bodemrechter in de beschikking van 17 januari 2023 neergelegde informatieregeling, inhoudende dat de man maandelijks op de eerste van de maand door de vrouw per e-mail op deugdelijke wijze geïnformeerd wordt over gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de minderjarige, en met name betreffende diens (sociale) ontwikkeling en gezondheid, eventuele hobby’s en te zijner tijd de gang van zaken op school.