In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch is behandeld, gaat het om een hoger beroep in een civiele zaak betreffende een overeenkomst van aanneming. De appellanten, vertegenwoordigd door mr. D.M. Uithol, hebben in principaal hoger beroep een geschil met [geïntimeerde], vertegenwoordigd door mr. E-J. van der Doe, over gebreken en tekortkomingen in het geleverde werk. Het hof heeft eerder tussenarresten gewezen op 2 juni 2020 en 15 augustus 2023, waarin het hof partijen heeft verzocht om gezamenlijk een deskundige voor te stellen voor het uitvoeren van een deskundigenonderzoek. In het tussenarrest van 15 augustus 2023 is de zaak naar de rol verwezen voor het nemen van akten, maar partijen hebben geen overeenstemming bereikt over de benoeming van de deskundige. Het hof heeft partijen opnieuw de gelegenheid gegeven om een deskundige voor te stellen en hen verzocht om een raming van de kosten van het onderzoek. Tevens zijn partijen gevraagd om voorstellen te doen voor de vragen die aan de deskundige voorgelegd moeten worden. Het hof heeft de zaak aangehouden voor verdere beoordeling en zal op 23 januari 2024 de akten van beide partijen in ontvangst nemen. Het hof heeft in deze uitspraak benadrukt dat de deskundige onafhankelijk moet zijn en dat partijen gezamenlijk contact moeten opnemen met geschikte kandidaten. De uitspraak is gedaan door de rechters J.P. de Haan, F.C. Alink-Steinberg en H.R. Quint en is openbaar uitgesproken op 21 november 2023.