ECLI:NL:GHSHE:2023:3858

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
13 november 2023
Publicatiedatum
21 november 2023
Zaaknummer
20-002406-22
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • mr. T. van de Woestijne
  • mr. O.A.J.M. Lavrijssen
  • mr. J.F. Dekking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake inbraak in schoolgebouw met diefstal van laptops

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de verdachte is veroordeeld voor diefstal met braak in een schoolgebouw. De politierechter had de verdachte een taakstraf van 100 uren opgelegd, met een voorwaardelijk deel van 40 uren, en een schadevergoeding aan de benadeelde partij, basisschool [school], van € 2.620,20. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis zou bevestigen, maar met een zwaardere straf van één maand gevangenisstraf. De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Het hof heeft het vonnis van de politierechter in grote lijnen bevestigd, maar de opgelegde straf aangepast. Het hof heeft de ernst van de inbraak, de waarde van de gestolen goederen en de impact op de schoolgemeenschap in overweging genomen. Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien weken, wat hoger is dan de door de advocaat-generaal gevorderde straf. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 36f, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002406-22
Uitspraak : 13 november 2023
TEGENSPRAAK (ex art. 279 Sv)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 25 oktober 2022,in de strafzaak met parketnummer 02-212520-22 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1976,
wonende te [adres 1] .
Hoger beroep
De politierechter heeft de verdachte bij vonnis waarvan beroep ter zake van ‘diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak’ (het primair tenlastegelegde) veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis, waarvan 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Voorts is bij vonnis waarvan beroep de vordering van de benadeelde partij basisschool [school] geheel toegewezen, te weten een bedrag van € 2.620,20 ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 september 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. Tevens is de schadevergoedingsmaatregel opgelegd voor hetzelfde bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf genoemde ingangsdatum en voor dezelfde duur. Tot slot is de verdachte veroordeeld in de gemaakte en nog te maken proceskosten door de benadeelde partij, die tot de datum van het vonnis zijn begroot op nihil.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen met uitzondering van de opgelegde straf, en in zoverre rechtdoende, de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van één maand.
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis met aanvulling van gronden en met uitzondering van de opgelegde straf en de toepasselijke wettelijke voorschriften.
Aanvulling van de bewijsmiddelen
Het hof verenigt zich met de door de politierechter in het vonnis gebezigde bewijsmiddelen, met aanvulling van het hiernavolgende. Het hof houdt daarbij de volgorde van het vonnis aan.
I
De politierechter heeft op pagina 3 van het vonnis als eerste bewijsmiddel de aangifte van [aangever] , namens basisschool [school] , opgenomen.
Het hof is van oordeel dat dit bewijsmiddel aangevuld dient te worden, met dien verstande dat de plaats delict [adres 2] , betreft.
II
Het hof is van oordeel dat op pagina 3 van het vonnis na het eerste bewijsmiddel, te weten de aangifte van [aangever] , namens basisschool [school] , het volgende bewijsmiddel opgenomen dient te worden.
De bijlage goederen, behorend bij de aangifte van [aangever] , namens basisschool [school] d.d. 28 september 2020, dossierpagina 23:
Bijlage goederen
Goednummer: PL2000-2020242134-2248435;
(…)
Object: Computer;
Aantal/eenheid: 27 stuks;
Merk/type: Dell 3180;
(…)
Eigenaar: Basisschool [school] , [adres 2] .
Goednummer: PL2000-2020242134-2248438;
(…)
Object: Computer;
Merk/type: Dell Latitude 3310.
(…)
Eigenaar: Basisschool [school] , [adres 2] .
III
De politierechter heeft op pagina 3 van het vonnis als derde bewijsmiddel het proces-verbaal forensisch onderzoek d.d. 15 september 2020, met als bijlagen de foto’s op dossierpagina’s 27-29, opgenomen.
Het hof is van oordeel dat dit bewijsmiddel aangevuld dient te worden, met dien verstande dat het hof heeft waargenomen dat op de foto’s te zien is dat achter een glazen deur, waarop staat “uitgang 3-4” een entree gesitueerd is en dat zich in de entree, tegen de linkerzijde van de muur, een kastje met druktoetsen en een display bevindt (het hof begrijpt: het alarmsysteemkastje). De klep van dat kastje staat open. Daarnaast heeft het hof op de foto’s waargenomen dat als dat klepje gesloten is, er, op de buitenkant van dat kastje een rood, op bloed gelijkend, spoor zichtbaar is.
IV
De politierechter heeft op pagina 3 van het vonnis als vierde bewijsmiddel het schriftelijke bescheid, te weten rapport van het NFI met bijlage opgenomen.
Het hof is van oordeel dat dit bewijsmiddel dient te worden aangevuld met dien verstande
dat na de naam “ [verdachte] ” wordt toegevoegd:
geboortedatum: [geboortedag] 1976;
geboorteplaats: [geboorteplaats] ;
geboorteland: Turkije.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Ten aanzien van de ernst van het feit heeft het hof in aanmerking genomen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een diefstal met braak in een schoolgebouw van 28 laptops. Deze goederen hebben een aanzienlijke waarde. Het hof zal die waarde betrekken bij de hoogte van de op te leggen straf. Door zo te handelen heeft de verdachte geen respect getoond voor het eigendomsrecht van basisschool [school] en deze schade en overlast bezorgd.
Het hof heeft wat betreft de op te leggen strafsoort en hoogte van de straf acht geslagen op de LOVS-oriëntatiepunten, dienende als indicatie voor een gebruikelijk rechterlijk straftoemetingsbeleid. Het LOVS geeft als oriëntatiepunt voor een inbraak in een bedrijfspand zonder recidive een taakstraf van 120 uur en met recidive een gevangenisstraf voor de duur van tien weken. In deze zaak gaat het echter niet zo zeer over een bedrijfspand, maar over een basisschool. Dit moet ook voor de verdachte duidelijk zijn geweest. Deze diefstal heeft, zo mag worden aangenomen, een verstorende invloed gehad op het lesprogramma. Dit nog daargelaten de omstandigheid dat het voor veel onrust en gevoelens van onveiligheid zal hebben gezorgd bij de leerlingen, zijnde op een basisschool veelal kinderen van jonge leeftijd. De verdachte heeft zich hiervan niets aangetrokken en enkel gehandeld ten behoeve van zijn eigen gewin. Het hof rekent dit de verdachte zwaar aan en zal dit in strafverzwarende zin meewegen.
Ten aanzien van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte heeft het hof gelet op de inhoud van het verdachte betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 5 september 2023 waaruit blijkt dat hij in 2014, 2006, eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van vermogensdelicten. Deze veroordelingen mogen op zich worden aangemerkt als recidive in de zin van voornoemde oriëntatiepunten. Gelet op de ouderdom van de veroordelingen zal het hof hieraan echter een beperkter strafverzwarend gewicht toekennen. Voorts blijkt uit voornoemd uittreksel uit de Justitiële Documentatie dat het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing.
Het hof heeft evenzeer gelet op de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte, voor zover die ter terechtzitting in hoger beroep naar voren zijn gebracht.
Alles overziende acht het hof oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van tien weken passend en geboden. Het hof legt aldus een hogere straf op dan door de advocaat-generaal is gevorderd, nu het hof van oordeel is dat de gevorderde straf onvoldoende recht doet aan de ernst en aard van het feit en de omstandigheden als hierboven vermeld.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 36f, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde straf en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) weken.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, zulks met inachtneming van het vorenoverwogene
Aldus gewezen door:
mr. T. van de Woestijne, voorzitter,
mr. O.A.J.M. Lavrijssen en mr. J.F. Dekking, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. C.E.C.N. Schlüter, griffier,
en op 13 november 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. O.A.J.M. Lavrijssen is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.