ECLI:NL:GHSHE:2023:3823
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- C.D.M. Lamers
- H. van Winkel
- M.I. Peereboom-van Drunick
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bewindvoering en opheffing van bewind over goederen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de rechthebbende tegen de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 31 maart 2023, waarin het verzoek tot opheffing van het bewind over haar goederen werd afgewezen. De rechthebbende, die op een geheim adres woont, heeft in hoger beroep verzocht om het bewind op te heffen, stellende dat zij haar schulden heeft afgelost en in staat is om haar financiën zelf te beheren. De bewindvoerders hebben echter verweer gevoerd, stellende dat de rechthebbende nog steeds niet in staat is om haar financiële belangen zelfstandig waar te nemen en dat het bewind noodzakelijk blijft ter bescherming van haar belangen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 10 oktober 2023 is de rechthebbende niet verschenen, terwijl de bewindvoerders en de advocaat van de rechthebbende wel aanwezig waren. Het hof heeft kennisgenomen van de argumenten van beide partijen en de relevante stukken. De rechthebbende heeft aangevoerd dat zij vooruitgang heeft geboekt en dat haar situatie is verbeterd, maar de bewindvoerders hebben betoogd dat zij nog steeds kwetsbaar is en onvoldoende inzicht heeft in haar financiën.
Het hof heeft de wettelijke bepalingen omtrent bewindvoering in overweging genomen en geconcludeerd dat de noodzaak voor het bewind nog steeds bestaat. De rechthebbende is niet in staat om haar vermogensrechtelijke belangen adequaat te behartigen, en het hof heeft daarom de beschikking van de rechtbank bekrachtigd. Tevens is besloten om de proceskosten in hoger beroep te compenseren, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.