Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
verweerster in incidenteel appel,
verzoeker in incidenteel appel,
,
geboren op [geboortedatum] 2020 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] .
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
Indien de andere ouder niet met het verzoek instemt, wordt het verzoek ingevolge artikel 1:253c lid 2 BW slechts afgewezen indien:
a. er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of
b. afwijzing anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.
- [minderjarige] verblijft, volgens het werkrooster van de vader, één keer per twee of drie weken een weekend van zaterdag 10.00 uur tot zondag 16.00 uur bij de vader, waarbij de overdracht van [minderjarige] plaatsvindt op [plaats 1] Centraal;
- wanneer de vader op de vrijdag voorafgaand aan het omgangsweekend vrij is, dan mag de vader [minderjarige] die dag al ophalen bij het kinderdagverblijf in [plaats 3] . De vader laat uiterlijk één week daarvoor aan de moeder weten of hij hier gebruik van wil maken;
- de vakanties en feestdagen worden in onderling overleg tussen de ouders verdeeld, waarbij het werkrooster van de vader leidend is.
4.De beslissing
- [minderjarige] verblijft, volgens het werkrooster van de vader, één keer per twee of drie weken een weekend van zaterdag 10.00 uur tot zondag 16.00 uur bij de vader, waarbij de overdracht van [minderjarige] plaatsvindt op [plaats 1] Centraal;
- wanneer de vader op de vrijdag voorafgaand aan het omgangsweekend vrij is, dan mag de vader [minderjarige] die dag al ophalen bij het kinderdagverblijf in [plaats 3] . De vader laat uiterlijk één week daarvoor aan de moeder weten of hij hier gebruik van wil maken;
- de vakanties en feestdagen worden in onderling overleg tussen de ouders verdeeld, waarbij het werkrooster van de vader leidend is;