ECLI:NL:GHSHE:2023:3788

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
13 oktober 2023
Publicatiedatum
14 november 2023
Zaaknummer
20-000249-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake winkeldiefstal met gebruik van een geprepareerde rok

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 1992, was eerder veroordeeld voor diefstal in vereniging en had een gevangenisstraf van 3 maanden gekregen, waarvan 1 maand voorwaardelijk. De verdachte heeft samen met een ander een winkeldiefstal gepleegd met behulp van een geprepareerde rok. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd wat betreft de strafoplegging en de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft de ernst van het feit, de impact op de betrokken winkelier en de maatschappij, en de eerdere veroordelingen van de verdachte in overweging genomen. De verdediging voerde aan dat de verdachte onder druk stond van haar ex-partner en dat zij inmiddels positieve veranderingen in haar leven had doorgemaakt, zoals een vaste baan. Desondanks oordeelde het hof dat de omstandigheden geen reden vormden om af te zien van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het hof bevestigde het vonnis voor het overige, wat betekent dat de eerdere veroordeling en de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf gehandhaafd blijven.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000249-23
Uitspraak : 13 oktober 2023
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 19 januari 2023, parketnummer 02-263916-22 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf, parketnummer 22-001440-20, in de strafzaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van diefstal in vereniging veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, waarvan 1 maand voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met aftrek van voorarrest. Tevens is de tenuitvoerlegging gelast van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 1 maand onder parketnummer 22-001440-20.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het tenlastegelegde bewezen zal verklaren en de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden. Verder heeft de advocaat-generaal de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 1 maand onder parketnummer 22-001440-20.
Door de verdediging is verweer gevoerd met betrekking tot de strafmaat en de strafmodaliteit. Ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 1 maand onder parketnummer 22-001440-20 heeft de verdediging bepleit om de proeftijd te verlengen.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop dit berust, behalve voor wat betreft de strafoplegging.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan winkeldiefstal door middel van een geprepareerde rok. Dit is een feit waardoor in het algemeen schade en ergernis teweeg wordt gebracht aan de betrokken winkelier en aan de maatschappij als geheel, doordat de schade die door dergelijke feiten wordt veroorzaakt uiteindelijk wordt doorberekend in de consumentenprijzen van producten. Bij de winkeldiefstal was ook de toen zesjarige dochter van de verdachte aanwezig. De aanhouding van de verdachte had een grote impact op haar jonge dochter. Uit het dossier volgt dat haar dochter in paniek was en zich aan haar moeder vastklampte.
Bij de straftoemeting heeft het hof tevens acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 8 augustus 2023, waaruit volgt dat de verdachte voorafgaand aan het bewezenverklaarde feit reeds meermalen onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdediging de omstandigheden geschetst waaronder diefstal gepleegd zou zijn. Haar ex-minnaar, tevens degene met wie zij de diefstal heeft gepleegd, zou de verdachte hebben bedreigd haar relatie met hem bekend te maken aan haar ex-partner. Dit zou voor de verdachte grote gevolgen hebben gehad. Daarnaast is ter terechtzitting in hoger beroep gewezen op de cultuur waarin de verdachte is opgegroeid, hetgeen impact op haar leven heeft gehad. Na het onderhavige feit zou het juist beter gaan met de verdachte. Zij is bij haar ouders gaan wonen en heeft een vaste baan. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou niet te verenigen zijn met haar baan en zal deze positieve ontwikkeling in gevaar kunnen brengen. De op de Justitiële Documentatie vermelde strafrechtelijke veroordeling d.d. 9 juni 2023 wegens winkeldiefstal op 7 juni 2023, was volgens de verdachte een fout en moet worden gezien als een terugval.
Anders dan de verdediging ziet het hof – met de advocaat-generaal – in bovengenoemde omstandigheden geen reden om af te zien van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Naar het oordeel van het hof kan gelet op de ernst van het bewezenverklaarde en de Justitiële Documentatie van de verdachte, niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf zoals gevorderd door de advocaat-generaal, te weten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met aftrek van voorarrest.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de strafoplegging en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Aldus gewezen door:
mr. A.R. Hartmann, voorzitter,
mr. W.F. Koolen en mr. P.J.D.J. Muijen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R.R.A.C. Dinnissen, griffier,
en op 13 oktober 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. P.J.D.J. Muijen is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.