ECLI:NL:GHSHE:2023:3780
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J.T.F.M. van Krieken
- D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo
- F. van Es
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Oost-Brabant inzake medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en diefstal
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, waarin de verdachte is veroordeeld voor medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en diefstal. De rechtbank had de verdachte een taakstraf van 180 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden opgelegd. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis heeft gevraagd. De verdediging heeft gepleit voor vrijspraak, stellende dat de verdachte slechts als tussenpersoon heeft gefunctioneerd en niet als medepleger van de feiten. Het hof heeft de verklaringen van de getuigen en de verdachte in overweging genomen en geconcludeerd dat de rol van de verdachte in de hennepkwekerij en de diefstal van elektriciteit substantieel was. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte meerdere keren contact heeft gehad met de eigenaar van de loods en dat hij betrokken was bij de huur en de aanpassing van de stroomvoorziening. Het hof heeft de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure erkend, maar heeft besloten de strafoplegging van de rechtbank te bevestigen. Het hof heeft de beslissing genomen om het vonnis waarvan beroep te bevestigen, met inachtneming van de overschrijding van de redelijke termijn.