Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
(feit 1)en ‘het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen’
(feit 2)veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven maanden met aftrek van voorarrest. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] is door de rechtbank hoofdelijk toegewezen tot het bedrag van € 5.183,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De benadeelde partij [benadeelde partij 1] is in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk verklaard.
hij op of omstreeks 23 februari 2020 te Vlijmen, gemeente Heusden, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
- meermalen (met kracht en/of gebalde vuist) die [slachtoffer 1] op/tegen het hoofd heeft geslagen/gestompt, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] ten val is gekomen en/of
- (vervolgens) meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer 1] (met kracht) op/tegen de schouder en/of de rug en/of het (boven)lichaam heeft getrapt, terwijl die [slachtoffer 1] (weerloos) op de grond lag,
hij op of omstreeks 23 februari 2020 te Vlijmen, gemeente Heusden, openlijk, te weten in [eetgelegenheid] , gelegen aan [adres] , in elk geval op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen en/of goederen, welk geweld tegen personen, te weten [slachtoffer 1] en/of [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of [slachtoffer 2] bestond uit het meermalen, althans eenmaal, (onder meer):
- (met kracht en/of gebalde vuist) slaan/stompen op/tegen het hoofd en/of het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] en/of
- (met kracht) schoppen/trappen op/tegen de schouder en/of de rug en/of het (boven)lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] , terwijl die [slachtoffer 1] (weerloos) op de grond lag en/of
- (met kracht) met een barkruk, in elk geval een hard en/of zwaar voorwerp, slaan op/tegen de rug van voornoemde [slachtoffer 1] en/of
- (met kracht) bij de keel/hals vastpakken/grijpen en/of (vervolgens) die keel/hals (dicht)knijpen van voornoemde [benadeelde partij 1] en/of
- (met kracht en/of gebalde vuist) slaan/stompen op/tegen het hoofd en/of het lichaam van voornoemde [benadeelde partij 1] , al dan niet terwijl die [benadeelde partij 1] (weerloos) op de grond lag en/of
- (vervolgens) (met kracht) schoppen/trappen op/tegen, in elk geval in de richting van, het hoofd en/of het gezicht en/of de rug, in elk geval het (boven)lichaam, van voornoemde [benadeelde partij 1] , terwijl die [benadeelde partij 1] (weerloos) op de grond lag en/of
- gooien van stoelen en/of barkrukken, in elk geval harde en/of zware voorwerpen, op/tegen het lichaam van voornoemde [benadeelde partij 2] en/of
- (met kracht) vastpakken en/of (vervolgens) (met kracht) geven van een kopstoot aan voornoemde [benadeelde partij 2] en/of
- (met kracht en/of gebalde vuist) slaan/stompen op/tegen het hoofd van voornoemde [benadeelde partij 2] , al dan niet terwijl die [benadeelde partij 2] (weerloos) op de grond lag en/of
- (met kracht en/of gebalde vuist) slaan/stompen op/tegen het hoofd en/of het lichaam van voornoemde [slachtoffer 2] en/of
- bij het hoofd vastpakken van voornoemde [slachtoffer 2] en/of (vervolgens) (met kracht) slaan van het hoofd van [slachtoffer 2] tegen een muur, in elk geval een (hard) object/voorwerp, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 2] ten val komt en/of
- (vervolgens) (met kracht) schoppen/trappen op/tegen het hoofd en/of in het gezicht van voornoemde [slachtoffer 2] , terwijl die [slachtoffer 2] weerloos op de grond lag
Hoe dan ook is naar het oordeel van de advocaat-generaal voor wat betreft de handelingen van de verdachte ten opzichte van [slachtoffer 1] sprake van voorwaardelijk opzet op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, inclusief de daarvoor vereiste aanmerkelijk kans op het toebrengen van zodanig letsel.
hij op 23 februari 2020 te Vlijmen, gemeente Heusden, openlijk, te weten in [eetgelegenheid] , gelegen aan [adres] , in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen en goederen, welk geweld tegen personen, te weten [slachtoffer 1] en [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] en [slachtoffer 2] bestond uit het (onder meer):
- met kracht en gebalde vuist slaan/stompen op/tegen het hoofd en het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] en
- met kracht schoppen/trappen op/tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] , terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag en
- met kracht met een barkruk slaan op/tegen de rug van voornoemde [slachtoffer 1] en
- met kracht bij de keel/hals vastpakken/grijpen van voornoemde [benadeelde partij 1] en
- met kracht en gebalde vuist slaan/stompen op/tegen het hoofd van voornoemde [benadeelde partij 1] , al dan niet terwijl die [benadeelde partij 1] op de grond lag en
- vervolgens met kracht schoppen/trappen op/tegen het gezicht van voornoemde [benadeelde partij 1] , terwijl die [benadeelde partij 1] weerloos op de grond lag en
- gooien van stoelen op/tegen het lichaam van voornoemde [benadeelde partij 2] en
- met kracht vastpakken en vervolgens met kracht geven van een kopstoot aan voornoemde [benadeelde partij 2] en
- met kracht en gebalde vuist slaan/stompen op/tegen het hoofd van voornoemde [benadeelde partij 2] , al dan niet terwijl die [benadeelde partij 2] op de grond lag en
- bij het hoofd vastpakken van voornoemde [slachtoffer 2] en vervolgens met kracht slaan van het hoofd van [slachtoffer 2] tegen een muur, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 2] ten val komt en
- vervolgens met kracht schoppen/trappen op/tegen het hoofd en/of gezicht van voornoemde [slachtoffer 2] , terwijl die [slachtoffer 2] weerloos op de grond lag
- Het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van het hof op 25 oktober 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte;
- Het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de rechtbank Oost-Brabant, locatie ’s-Hertogenbosch, van 27 januari 2021, voor zover inhoudende de eigen waarneming van de rechtbank van de camerabeelden die betrekking hebben op de openlijke geweldpleging in [eetgelegenheid] ;
- Het proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 1] d.d. 29 februari 2020, pagina 139-141;
- Het proces-verbaal van verhoor aangever [benadeelde partij 1] d.d. 29 februari 2020, pagina 143-146;
- Het proces-verbaal van verhoor aangever [benadeelde partij 2] d.d. 29 februari 2020, pagina 155-158;
- Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] namens [eetgelegenheid] d.d. 23 februari 2020, pagina 163-164;
- Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] d.d. 18 maart 2020, pagina 194-239 met bijlagen pagina 240-245: op basis van de beschrijving in andere bewijsmiddelen is NNM1 [medeverdachte 1] ; NNM2 [verdachte] ; NNM7 [benadeelde partij 2] ; NNM8 [slachtoffer 1] ; NNM9 [slachtoffer 2] ;
- Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] d.d. 7 mei 2020, pagina 274;
- Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] d.d. 7 mei 2020, pagina 275-276;
- Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] d.d. 7 mei 2020, pagina 277-278;
- Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] d.d. 19 mei 2020, pagina 311-312.
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen.
€ 4.500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. De benadeelde partij is in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk verklaard. Zoals hiervoor reeds is overwogen, is de
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
200 (tweehonderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
100 (honderd) dagen hechtenis;
€ 5.183,00 (vijfduizend honderddrieëntachtig euro)bestaande uit
€ 683,00 (zeshonderddrieëntachtig euro) materiële schadeen
€ 4.500,00 (vierduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 februari 2020 tot aan de dag der voldoening;
[benadeelde partij 1], ter zake van het onder feit 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 5.183,00 (vijfduizend honderddrieëntachtig euro)bestaande uit
€ 683,00 (zeshonderddrieëntachtig euro) materiële schadeen
€ 4.500,00 (vierduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 februari 2020 tot aan de dag der voldoening en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 60 (zestig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
€ 1.569,85 (duizend vijfhonderdnegenenzestig euro en vijfentachtig cent)bestaande uit
€ 319,85 (driehonderdnegentien euro en vijfentachtig cent) materiële schadeen
€ 1.250,00 (duizend tweehonderdvijftig euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 februari 2020 tot aan de dag der voldoening;
[benadeelde partij 2], ter zake van het onder feit 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 1.569,85 (duizend vijfhonderdnegenenzestig euro en vijfentachtig cent)bestaande uit
€ 319,85 (driehonderdnegentien euro en vijfentachtig cent) materiële schadeen
€ 1.250,00 (duizend tweehonderdvijftig euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 februari 2020 tot aan de dag der voldoening en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 25 (vijfentwintig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;