In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 7 juni 2022. De verdachte, geboren in 1969 en zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, was aangeklaagd voor het opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, in dit geval een vals rijbewijs, en voor een overtreding van de Wegenverkeerswet 1994. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van 2 maanden en een geldboete van € 350,- geëist, subsidiair 7 dagen hechtenis.
Tijdens de zitting heeft de verdediging primair vrijspraak bepleit en subsidiair een strafmaatverweer gevoerd. Het hof heeft het beroep op vrijspraak verworpen en zich verenigd met het vonnis waarvan beroep, met uitzondering van de bewijsvoering. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte wist dat het rijbewijs vals was, gebaseerd op de bewijsmiddelen die in onderlinge samenhang zijn bezien. De verdachte had het rijbewijs voor € 300,- gekocht en had niet kunnen uitleggen bij welke instantie hij dit had verkregen.
Het hof heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 maanden voor het gebruik van het valse rijbewijs en een geldboete van € 350,- voor de overtreding van de Wegenverkeerswet. De beslissing van het hof is op 1 november 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.