In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte, geboren in 1985, was eerder veroordeeld voor medeplegen van opzetheling en opzetheling, waarvoor hij een gevangenisstraf van 5 weken kreeg opgelegd. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een bevestiging van de eerdere veroordeling vroeg. De verdediging pleitte voor vrijspraak, maar het hof oordeelde dat de bewijsvoering voldoende was om de verdachte schuldig te verklaren.
Het hof heeft de bewijsmiddelen in onderlinge samenhang bezien en kwam tot de conclusie dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. De verdediging voerde aan dat het bewijs tekort schoot, maar het hof verwierp dit verweer. De verdachte had aanvankelijk zijn zwijgrecht ingeroepen, maar later een verklaring afgelegd die het hof ongeloofwaardig achtte. De verdachte was betrokken bij de diefstal van een Mercedes Sprinter, waarvan de kentekenplaten waren verwisseld. De politie had de verdachte en zijn medeverdachte op heterdaad betrapt, wat leidde tot hun aanhouding. Het hof bevestigde het vonnis van de politierechter, met inachtneming van de overwegingen die in het arrest zijn opgenomen.