ECLI:NL:GHSHE:2023:3652

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
1 november 2023
Publicatiedatum
3 november 2023
Zaaknummer
20-000449-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 november 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 16 februari 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 1988 en thans verblijvende in P.I. Grave, had hoger beroep ingesteld tegen het eerdergenoemde vonnis. Tijdens de zitting heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte geen schriftuur met grieven heeft ingediend en ook geen bezwaren tegen het vonnis heeft geuit, hetzij mondeling, hetzij via een gemachtigd advocaat. Op basis van artikel 416, lid 2 van het Wetboek van Strafvordering heeft het hof geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. De beslissing van het hof is als volgt: het door de verdachte ingestelde hoger beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. A. Muller, en de raadsheren mr. O.M.J.J. van de Loo en mr. M.L.P. van Cruchten, in aanwezigheid van griffier mr. R.J. Gras.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000449-23
Uitspraak : 1 november 2023
TEGENSPRAAK (279 Sv)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 16 februari 2023, parketnummer
02-034483-23, in de strafzaak tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedag] 1988,
thans uit anderen hoofde verblijvende in P.I. Grave te Grave.
Hoger beroep
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte in het hoger beroep niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hof is van oordeel dat het door verdachte ingestelde hoger beroep op grond van artikel 416, lid 2 van het Wetboek van Strafvordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu verdachte geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend noch mondeling of via een gemachtigd advocaat bezwaren tegen het vonnis heeft opgegeven en het hof niet van oordeel is dat de strafzaak desalniettemin onderzocht dient te worden.

BESLISSING

Het hof:

Verklaart het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk.

Aldus gewezen door:
mr. A. Muller, voorzitter,
mr. O.M.J.J. van de Loo en mr. M.L.P. van Cruchten, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R.J. Gras, griffier,
en op 1 november 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.