Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op of omstreeks 4 september 2020 te 's-Hertogenbosch openlijk, te weten op/in de [straatnaam] , in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon en/of een goed, te weten tegen [slachtoffer 1] , door (meermalen) in het gezicht, althans tegen het hoofd, in ieder geval tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] te stompen en/of te slaan;
hij op of omstreeks 4 september 2020 te 's-Hertogenbosch [slachtoffer 2] heeft mishandeld door in het gezicht, althans tegen het hoofd van die [slachtoffer 2] te slaan.
hij op 4 september 2020 te 's-Hertogenbosch openlijk, te weten op de [straatnaam] , in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten tegen [slachtoffer 1] , door meermalen in het gezicht, op het hoofd en tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] te stompen en te slaan;
hij op 4 september 2020 te 's-Hertogenbosch [slachtoffer 2] heeft mishandeld door in het gezicht van die [slachtoffer 2] te slaan.
(het hof begrijpt: de verdachte)heeft toen tegen aangeefster [slachtoffer 2] gezegd dat zij bij hem thuis moest komen schoonmaken en koken omdat zijn vrouw als gevolg van het ongeluk in het ziekenhuis lag. Toen aangeefster dat weigerde heeft de verdachte haar in het gezicht geslagen. Daarop is aangever [slachtoffer 1] tussen de verdachte en aangeefster [slachtoffer 2] gesprongen en heeft de verdachte hem in het gezicht geslagen. Aangever [slachtoffer 1] is door die klap op de grond gevallen. Toen [slachtoffer 1] op de grond lag voelde en zag hij dat de verdachte en man 2
(het hof begrijpt: [medeverdachte] )hem meermalen op zijn hoofd, gezicht en lichaam sloegen. Uiteindelijk is een dochter van getuige [getuige 1] , ter bescherming op aangever [slachtoffer 1] gaan liggen en zijn de verdachte en medeverdachte naar hun auto gelopen en weggereden.
(het hof begrijpt: de verdachte)aangever [slachtoffer 1] een klap gaf, ten gevolge waarvan aangever naar de grond viel. Vervolgens zag zij dat de verdachte aangever [slachtoffer 1] , terwijl deze overeind probeerde te komen, nogmaals sloeg en dat ook de jongere man
(het hof begrijpt: medeverdachte [medeverdachte] )aangever [slachtoffer 1] heeft geslagen. Haar dochter [getuige 2] is vervolgens ter bescherming bovenop aangever [slachtoffer 1] gaan liggen.
(het hof begrijpt: [getuige 2] )vervolgens ter bescherming op aangever [slachtoffer 1] ging liggen.
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
mishandeling.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
75 (vijfenzeventig) dagen hechtenis;
90 (negentig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
45 (vijfenveertig) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
€ 700,00 (zevenhonderd euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is;
vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
€ 484,48 (vierhonderdvierentachtig euro en achtenveertig cent) bestaande uit € 84,48 (vierentachtig euro en achtenveertig cent) materiële schade en € 400,00 (vierhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening;