Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- [appellant] , bijgestaan door mr. Van der Maal;
- [partner van appellant] , partner van [appellant] ;
- namens [B.V.] mr. Van Zwijndregt en mr. D. Madrawski;
- mr. Lammers, hierna te noemen: de curator.
- de brief met bijlage (productie 15) van de advocaat van [appellant] d.d. 20 oktober
- 2023;
- de brief met bijlagen (productie 16 t/m 18) van de advocaat van [appellant] d.d. 24
schikkingtussen [appellant] , aanvrager en /of curator vóór 1 november 2023 om 12.00 uur bekend te maken.
3.De beoordeling
De vordering van [B.V.] ad € 21.369,38 is niet correct, wat [appellant] betreft staat slechts een bedrag open van€ 13.598,28.
Ten overvloede merkt het hof op dat de door [appellant] zelf op 30 oktober 2023 ingediende stukken – als geweigerd – geen wijziging zouden brengen in bovenstaand oordeel, nu ook daarin geen onderbouwing voor een reëel aflossingsplan, dat tevens de instemming/goedkeuring van zowel aanvrager als curator heeft, is te vinden.