In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 20 juli 2023. De moeder verzoekt om vernietiging van deze beschikking en om afwijzing van het verzoek van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (de GI) tot het vaststellen van een omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige, geboren in 2014. De moeder is van mening dat een omgangsregeling met de vader niet in het belang van de minderjarige is, omdat deze blootgesteld wordt aan agressie en geweld. De GI en de vader zijn van mening dat de minderjarige recht heeft op contact met beide ouders, zolang dit de veiligheid en ontwikkeling van het kind niet schaadt.
Tijdens de mondelinge behandeling op 3 oktober 2023 zijn de moeder, de vader, vertegenwoordigers van de GI en de Raad voor de Kinderbescherming gehoord. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de zorgen over de veiligheid van de minderjarige in de opvoedsituatie van de ouders. Het hof concludeert dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld dat de minderjarige en de vader recht hebben op contact met elkaar en dat de invulling van de omgangsregeling voorlopig aan de GI dient te worden overgelaten. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van de moeder af.
De beslissing van het hof is dat de bestreden beschikking wordt bekrachtigd, en het meer of anders verzochte wordt afgewezen. Het hof benadrukt dat het belang van de minderjarige leidend is in deze zaak en dat de GI de vrijheid heeft om de omgangsregeling aan te passen aan de behoeften van het kind.