ECLI:NL:GHSHE:2023:3473

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 september 2023
Publicatiedatum
23 oktober 2023
Zaaknummer
000776-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot schorsing van voorlopige hechtenis in verband met grootschalige productie en handel in synthetische drugs

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte werd afgewezen. De verdachte is beschuldigd van betrokkenheid bij de grootschalige productie van en handel in synthetische drugs, waaronder een grote hoeveelheid pillen met MDMA. Het hof heeft de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. G. Demir, gehoord en het dossier bestudeerd.

Het hof oordeelt dat er voldoende ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte, die niet worden betwist. Er is ook gevaar voor herhaling, gezien de aard van de beschuldigingen en de bekende risico's die gepaard gaan met de productie en handel in synthetische drugs. Het hof wijst het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis af, omdat de enkele omstandigheid dat er nog geen zicht is op een inhoudelijke behandeling van de zaak niet voldoende is om de hechtenis te schorsen. Bij ernstige vormen van ondermijnende criminaliteit, zoals in deze zaak, is schorsing alleen aan de orde bij bijzondere omstandigheden die het persoonlijk belang van de verdachte boven het belang van de samenleving stellen.

Het hof concludeert dat dergelijke omstandigheden niet zijn aangevoerd en bevestigt de beslissing van de rechtbank. Het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis wordt afgewezen, en de beslissing van de rechtbank wordt bevestigd. De uitspraak is gedaan door de voorzitter mr. O.M.J.J. van de Loo en de raadsheren mr. G.P.M.F. Mols en mr. S. Brinkhoff, in tegenwoordigheid van griffier B. Yazi.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling strafrecht
Raadkamerappelnummer: [nummer]
Parketnummer 1e aanleg: [nummer]
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien de akte van de griffier van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van [datum 1] , waarbij namens:

[naam verdachte]

geboren [op datum] te [plaats]
wonende te [adres]
thans verblijvende in [plaats detentie]
hoger beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van
[datum 2] , bij welke beslissing het verzoek tot opheffing van de aan [verdachte] opgelegde voorlopige hechtenis werd afgewezen.
Het hof heeft gezien de beslissing waarvan beroep.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en verdachte, bijgestaan door zijn raadsman
mr. G. Demir.
Het hof heeft kennis genomen van het dossier.
Uit het dossier blijkt dat verdachte wordt verweten betrokkenheid bij grootschalige productie van en handel in synthetische drugs en voorhanden hebben van een grote hoeveelheid pillen met MDMA.
Er zijn naar het oordeel van het hof voldoende ernstige bezwaren jegens verdachte ter zake hetgeen hem wordt verweten. De ernstige bezwaren worden ook niet betwist.
Er is naar het oordeel van het hof ook gevaar voor herhaling. Verdachte zou betrokken zijn bij grootschalige productie van en handel in synthetische drugs. Het is een feit van algemene bekendheid dat bij de productie van en handel in synthetische drugs gevaren kunnen ontstaan voor de gezondheid van derden en dat de productie van en handel in synthetische drugs gepaard gaat met grote milieuverontreiniging, geweld en bedreiging met geweld en witwassen op grote schaal. Dat alles heeft verdachte er kennelijk niet van weerhouden om zich voor geldelijk gewin in te laten met de productie van en handel in synthetische drugs en een dergelijke mentaliteit doet ernstig vrezen voor herhaling.
Het hof wijst af het beroep.
Namens verdachte is verzocht om de voorlopige hechtenis te schorsen, onder meer omdat er geen zicht bestaat op een inhoudelijke behandeling van de zaak.
Het hof is van oordeel dat de enkele omstandigheid dat er nog geen zicht is op een inhoudelijke behandeling van de zaak als zodanig geen argument is om de voorlopige hechtenis te schorsen, bijzondere omstandigheden daar gelaten. Een zo een bijzondere omstandigheid kan zijn dat het onderzoek niet voortvarend ter hand wordt genomen waardoor de voorlopige hechtenis disproportioneel lang dreigt te gaan duren. Een bijzondere omstandigheid is niet het enkele feit dat er nog na aanlevering van het einddossier veel nader onderzoek dient te plaats te vinden op basis van daartoe strekkende onderzoek wensen van de verdachte.
Het hof ziet voorts niet welke voorwaarden aan een schorsing moeten worden verbonden om de kans op herhaling terug te brengen tot op een voor de samenleving aanvaardbaar niveau. Tot slot is het hof van oordeel dat bij ernstige vormen van ondermijnende criminaliteit, waartoe het hof de grootschalige productie van en handel in synthetische drugs rekent, schorsing in beginsel slechts aan de orde is wanneer er sprake is van bijzondere zwaarwichtige, de persoon van de verdachte betreffende omstandigheden op grond waarvan het belang dat de samenleving heeft bij voortzetting van de voorlopige hechtenis dient te wijken voor het persoonlijk belang van de verdachte. Dergelijke omstandigheden zijn niet aangevoerd en het hof is ook anderszins niet van het bestaan ervan gebleken.
Alles overwegend wijst het hof het verzoek af.

BESCHIKKENDE IN HOGER BEROEP:

Wijst af het hoger beroep.
Bevestigt de beslissing waarvan beroep.
Wijst af het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Aldus gedaan op 28 september 2023
door mr. O.M.J.J. van de Loo, voorzitter, mr. G.P.M.F. Mols en mr. S. Brinkhoff, raadsheren, in tegenwoordigheid van B. Yazi, griffier.
De advocaat-generaal bij dit Gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van verdachte.
's-Hertogenbosch, 28 september 2023
Gezien d.d.
De directeur van [plaats detentie]