Bij het beroepen vonnis van 4 maart 2020 heeft de rechtbank afgewezen de vorderingen in conventie van [appellante] , samengevat:
I. om te verklaren voor recht dat de koop is of wordt vernietigd althans ontbonden;
II. om Agro te veroordelen tot betaling van:
a. € 1.150.000,-- aan koopprijs, met wettelijke handelsrente;
b. € 19.330,65 aan gemaakte kosten, met wettelijke handelsrente;
c. de volledige proceskosten inclusief nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van de uitspraak.
Voor het geval dat de rechtbank vordering I mocht toewijzen, had Agro in reconventie gevorderd:
III. a. om te verklaren voor recht dat [appellante] niet als een zorgvuldig schuldenaar heeft
gehandeld althans toerekenbaar tekort is geschoten in haar verplichting om [het paard] terug te geven en om [appellante] te veroordelen tot vergoeding van
€ 1.150.000,-- aan daardoor geleden schade, met wettelijke rente;
b. om [appellante] te veroordelen in de proces- en nakosten, met wettelijke rente.