ECLI:NL:GHSHE:2023:3396

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 oktober 2023
Publicatiedatum
16 oktober 2023
Zaaknummer
20-000918-22
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de economische politierechter inzake opzettelijke overtreding van milieuwetgeving

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld bij of krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer juncto artikel 1.2.2, lid 1, van het Vuurwerkbesluit. De economische politierechter had de verdachte een geldboete van € 1.000,00 opgelegd, subsidiair 20 dagen vervangende hechtenis. De verdachte heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die verzocht om het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren wegens het ontbreken van grieven. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte geen schriftelijke grieven heeft ingediend en ook geen mondelinge bezwaren heeft geuit tegen het vonnis van de eerste rechter. Het hof heeft geen aanleiding gezien om ambtshalve het hoger beroep te onderzoeken.

Op basis van deze overwegingen heeft het hof besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De uitspraak is gedaan door een kamer bestaande uit drie rechters, met mr. W.F. Koolen als voorzitter. De uitspraak is op 11 oktober 2023 ter openbare terechtzitting gedaan, waarbij mr. Van Krieken niet in staat was het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000918-22
Uitspraak : 11 oktober 2023
(DNIP)

Arrest van de economische kamer van het gerechtshof 's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 11 april 2022, in de strafzaak met parketnummer 82-317896-21 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van ‘opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld bij of krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer juncto artikel 1.2.2, lid 1, van het Vuurwerkbesluit’ veroordeeld tot betaling van een geldboete ten bedrage van € 1.000,00, subsidiair 20 dagen vervangende hechtenis.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk zal verklaren wegens het ontbreken van grieven.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hof is van oordeel dat het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu de verdachte geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend noch mondeling (of via een gemachtigd advocaat) bezwaren tegen het vonnis heeft opgegeven en het hof niet ambtshalve van oordeel is dat de strafzaak desalniettemin onderzocht dient te worden.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door:
mr. W.F. Koolen, voorzitter,
mr. J.T.F.M. van Krieken en mr. A.R. Hartmann, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. N.S. Willems Ettori-Oort, griffier,
en op 11 oktober 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. Van Krieken is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.