ECLI:NL:GHSHE:2023:3360

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
16 oktober 2023
Publicatiedatum
13 oktober 2023
Zaaknummer
20-000389-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • mr. T. van de Woestijne
  • mr. drs. M.C.C. van de Schepop
  • mr. H.N. Brouwer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte, geboren in 1985 en woonachtig te [adres], was eerder veroordeeld voor openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen. Het hof heeft het hoger beroep behandeld naar aanleiding van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging. De advocaat-generaal vorderde bevestiging van het vonnis, met uitzondering van de duur van het opgelegde gebiedsverbod, dat moest worden beperkt tot een half jaar. De verdediging pleitte voor vrijspraak en voerde aan dat de verdachte geen significante bijdrage had geleverd aan het geweld. Het hof oordeelde dat de verdachte op 17 september 2022, na een voetbalwedstrijd, deel uitmaakte van een groep supporters die geweld pleegde tegen de politie. De verdachte had twee keer een stoeptegel op de grond gegooid, wat het hof als een wezenlijke bijdrage aan het geweld beschouwde. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en legde een taakstraf van 80 uren op, met een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 weken en een gebiedsverbod van 1 jaar. De beslissing is gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die ten tijde van de feiten van toepassing waren.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000389-23
Uitspraak : 16 oktober 2023
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 31 januari 2023, in de strafzaak met parketnummer 01-255820-22 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van ‘openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen’ veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest, alsmede een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Tevens is aan de verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel inhoudende een gebiedsverbod voor de duur van één jaar opgelegd, welke dadelijk uitvoerbaar is verklaard, voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel te vervangen door één week hechtenis per overtreding, met een maximum van zes maanden.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de rechtbank zal bevestigen met uitzondering van de duur van het gebiedsverbod en, opnieuw rechtdoende, de duur van het gebiedsverbod, in verband met de in eerste aanleg opgelegde dadelijke uitvoerbaarheid, zal beperken tot een half jaar.
Door en namens de verdediging is primair vrijspraak bepleit. Subsidiair heeft raadsvrouw een straftoemetingsverweer gevoerd, in die zin dat is verzocht om te volstaan met een taakstraf of een voorwaardelijke gevangenisstraf. Tevens heeft de raadsvrouw bepleit om geen gebiedsverbod aan de verdachte op te leggen. Tot slot heeft de raadsvrouw de teruggave van de inbeslaggenomen, maar nog niet teruggegeven, desktopcomputer, aan de verdachte verzocht.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij, op of omstreeks 17 september 2022 te ‘s-Hertogenbosch, openlijk, te weten op een parkeerplaats gelegen naast/nabij Stadion De Vliert , in elk geval op of aan de openbare weg en/of voor een publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen, te weten politieambtenaren (waaronder leden van de Mobiele Eenheid), welk geweld bestond uit het gooien met (stukken van) stoeptegels, stenen, glazen, flessen, vuurwerk en/of het slaan en/of zwaaien met (broek)riemen, in elk geval met een of meer harde, zware en/of scherpe voorwerpen, in de richting van en/of tegen die politieambtenaren; en/of goederen, te weten een of meer politievoertuigen, een of meer aldaar op voornoemde parkeerplaats geparkeerde auto’s, een poort en/of meerdere hekken, welk geweld bestond uit het gooien van (stukken van) stoeptegels, stenen, glazen flessen en/of vuurwerk, in elk geval met een of meer harde, zware en/of scherpe voorwerpen, in de richting van en/of tegen dat/die politievoertuigen en/of aldaar geparkeerde auto’s en/of het rukken/trekken aan voornoemde poort en/of voornoemde hekken;
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 17 september 2022 te 's-Hertogenbosch, openlijk, te weten op een parkeerplaats gelegen naast/nabij Stadion De Vliert , in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen, te weten politieambtenaren (waaronder leden van de Mobiele Eenheid), welk geweld bestond uit het gooien met (stukken van) stoeptegels, vuurwerk en het zwaaien met (broek)riemen in de richting van of tegen die politieambtenaren en goederen, te weten een of meer politievoertuigen, een of meer aldaar op voornoemde parkeerplaats geparkeerde auto's, welk geweld bestond uit het gooien van (stukken van) stoeptegels, in de richting van of tegen die politievoertuigen of aldaar geparkeerde auto’s.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het arrest. Deze aanvulling wordt dan aan dit arrest gehecht.
Bewijsoverwegingen
Door en namens de verdachte is ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak van het tenlastegelegde bepleit. Daartoe is aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs in het dossier zit om tot een bewezenverklaring van openlijk in vereniging gepleegd geweld te komen. De verdachte heeft geen voldoende significante of wezenlijke bijdrage geleverd aan het geweld. Het enkel op de grond en stuk gooien van een stoeptegel is niet te kwalificeren als een wezenlijke bijdrage aan het openlijk geweld. Verdachte heeft ook zelf geen (stukken van) stoeptegels naar de politie en geparkeerde (politie)auto’s gegooid. Verdachte heeft nooit de intentie gehad om een wezenlijke bijdrage te leveren aan het openlijke geweld. Bovendien vroeg de verdachte zich meteen na het op de grond stuk gooien van de stoeptegel af waar hij mee bezig was, waarna hij zich meteen heeft gedistantieerd van het geweld van de supporters en naar huis is gegaan. Op grond van bovenstaande bevat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om tot een bewezenverklaring van artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht te komen, hetgeen dient te leiden tot vrijspraak van het tenlastegelegde, aldus de raadsvrouw.
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de
feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Op 17 september 2022 vond in stadion De Vliert te ’s-Hertogenbosch de voetbalwedstrijd FC Den Bosch – Top Oss plaats. Na afloop van de wedstrijd hebben supporters van FC Den Bosch en Top Oss zich massaal met geweld tegen elkaar en de aanwezige leden van de Mobiele Eenheid (hierna: ME) en politieagenten van de aanhoudingseenheid gekeerd. Deze ME’ers en politieagenten zijn onder andere uitgescholden en bekogeld met (stukken)stoeptegels en vuurwerk. Daarnaast stonden supporters met hun broekriem te zwaaien in de richting van de politie.
Verbalisant [verbalisant] , brigadier van de politie Oost-Brabant, heeft naar aanleiding van de ongeregeldheden op 17 september 2022 de beelden van de beveiligingscamera’s van het stadion van FC Den Bosch uitgekeken. De beelden betroffen de openlijke geweldpleging die plaatsvond op het parkeerterrein tussen de M-tribune van het stadion en het terrein van BVV. Op de beelden zag de verbalisant dat zich aldaar een groep van 75 tot 150 hooligans bevond. De verbalisant heeft tussen deze groep de hem ambtshalve bekende supporter [verdachte] , zijnde de verdachte, herkend. De verbalisant heeft op de camerabeelden waargenomen dat de verdachte op enig moment een stoeptegel van de grond heeft gepakt en deze met kracht op de grond gooide en dat de verdachte dit vervolgens herhaalde met een kleiner stuk stoeptegel.
Bij gelegenheid van zijn verhoor door de politie heeft de verdachte verklaard dat hij uit woede een losliggende stoeptegel kapot heeft gegooid. Ter terechtzitting in eerste aanleg heeft de verdachte verklaard dat hij op 17 september 2022 te ’s-Hertogenbosch naast/nabij het stadion De Vliert een stoeptegel twee keer op de grond heeft gegooid waardoor deze tegel kapot ging en dat hij met zijn handelen onderdeel van het geheel heeft uitgemaakt. In hoger beroep heeft de verdachte ter zitting verklaard dat in de groep waarin hij zich bevond met (stukken) stoeptegels naar de politie werd gegooid en dat hij een stoeptegel uit frustratie op de grond stuk heeft gegooid.
Het hof stelt voorop dat van het in vereniging plegen van geweld sprake is, indien de verdachte een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard hoeft te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt, is niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die in vereniging geweld pleegt. Beoordeeld zal moeten worden of de door de verdachte geleverde intellectuele en/of materiële bijdrage aan het delict van voldoende gewicht is.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte aanwezig was bij de confrontatie tussen de supporters en de politie (ME) en daarbij tweemaal een stoeptegel op de grond heeft gegooid, waarna deze stoeptegel in stukken kapot is gevallen. Het hof is op grond van voornoemde feiten en omstandigheden, zoals die blijken uit de gebezigde bewijsmiddelen, van oordeel dat de verdachte in de gegeven omstandigheden daarmee een significante en wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de openlijke geweldpleging tegen personen en goederen. De verdachte heeft zich in de groep gemengd die zich nadrukkelijk aan de politie (ME) opdrong door het gooien van onder meer (stukken) stoeptegels en heeft daarbij tot tweemaal toe zelf een stoeptegel tegen de grond kapot gegooid, die anderen uit de groep weer in staat zouden kunnen stellen deze naar de politie (ME) en voertuigen op het parkeerterrein te gooien
Naar het oordeel van het hof kan het niet anders dan dat de verdachte zich ervan bewust is geweest dat anderen in zijn omgeving en op korte afstand van hem in groten getale zich opdrongen aan de politie, zich agressief uitten en gedroegen en geweld pleegden tegen de politie (ME). Met deze eigen (gewelds)handelingen heeft de verdachte aldus reeds, minst genomen voorwaardelijk, opzet gehad op het in vereniging plegen van openlijk geweld.
Het hof overweegt voorts dat de verdachte zich pas heeft gedistantieerd nádat hij de stoeptegel (meerdere malen) op de grond had gegooid. Aldus was er op dat moment al sprake van een voltooide openlijke geweldpleging door de verdachte. Het door de verdediging gestelde distantiëren kan de verdachte daarom niet baten.
Het hof verwerpt het verweer van de raadsvrouw in al zijn onderdelen.
Resumerend acht het hof, op grond van het vorenoverwogene en de gebezigde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, op de wijze zoals in de bewezenverklaring is vermeld.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde wordt gekwalificeerd als:

openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. Het feit is strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het openlijk in vereniging plegen van geweld tegen personen en goederen. Na afloop van de voetbalwedstrijd FC Den Bosch – Top Oss heeft de verdachte zich opgehouden in een grote groep supporters die zich op zeer gewelddadige wijze tegen de politie (ME) heeft gekeerd. Daarbij is vanuit deze groep onder andere gegooid met allerlei voorwerpen – zoals (stukken)stoeptegels en vuurwerk – in de richting van politieambtenaren, politiebussen en geparkeerde auto’s. Het hof rekent het de verdachte zwaar aan dat hij als onderdeel van deze groep daaraan een bijdrage heeft geleverd door tot twee maal toe een stoeptegel op te pakken en deze kapot op de grond te gooien.
Het hof heeft acht geslagen op de binnen de rechtspraak ontwikkelde oriëntatiepunten. Deze oriëntatiepunten dienen als vertrekpunt bij de beslissing over de straftoemeting. Voor openlijk geweld tegen personen luidt het oriëntatiepunt een taakstraf voor de duur van 120 uur en voor openlijk geweld tegen bijvoorbeeld een politievoertuig een taakstraf voor de duur van 60 uur.
In strafverzwarende zin heeft het hof meegewogen dat sprake is van voetbalgerelateerd openlijk geweld. Dergelijk voetbalgerelateerd geweld maakt de massale inzet van politie tijdens voetbalwedstrijden noodzakelijk, terwijl de samenleving als geheel met de kosten hiervan wordt geconfronteerd. Het is bovendien een feit van algemene bekendheid dat feiten met een gewelddadig karakter in de openbare ruimte als deze leiden tot gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving.
Het hof heeft verder acht geslagen op de inhoud van het uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 10 augustus 2023, betrekking hebbende op het justitiële verleden van de verdachte, waaruit blijkt dat verdachte meerdere malen eerder onherroepelijk is veroordeeld voor voetbalgerelateerde geweldsincidenten. Daarbij merkt het hof op dat deze veroordelingen al enige tijd geleden hebben plaatsgevonden, laatstelijk in 2008. Van deze eerdere veroordelingen gaat daarom maar een beperkt strafverzwarend effect uit.
In strafmatigende zin heeft het hof meegewogen dat de rol van verdachte bij het openlijk geweld als van benedengemiddeld gewicht kan worden aangemerkt.
Al het vorenstaande afwegende is het hof van oordeel dat de oplegging van een taakstraf voor een langere duur dan in eerste aanleg opgelegd, te weten van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest, alsmede een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, passend is bij de ernst van en de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan. Met de oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf beoogt het hof enerzijds de ernst van het bewezenverklaarde tot uitdrukking te brengen en anderzijds de strafoplegging dienstbaar te maken aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Het hof is van oordeel dat de politierechter terecht en op de gronden als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht aan de verdachte een stadionverbod heeft opgelegd voor de duur van 1 jaar en de dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel heeft bevolen. Het zal daarom een gebiedsverbod van dezelfde strekking aan de verdachte opleggen, zoals hierna te melden. Voor wat betreft de ingangsdatum van deze maatregel overweegt het hof voor de goede orde dat deze ligt op 31 januari 2023, de datum waarop deze maatregel door de politierechter is opgelegd en dadelijk uitvoerbaar verklaard.
Beslag
Uit het onderzoek ter terechtzitting is naar voren gekomen dat de Computer (Personal), zwarte PC-kast met LG CD reader (Goednummer: 1984046) toebehoort aan de verdachte. Nu er geen strafvorderlijk belang meer is bij handhaving van het beslag, zal het hof de teruggave gelasten van het voornoemde in beslag genomen en nog niet teruggegeven goed aan de verdachte, als zijnde redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 38v, 38w en 141 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) weken.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Legt op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, te weten een gebiedsverbod voor de duur van 1 jaar met als ingangsdatum 31 januari 2023. Dit gebiedsverbod houdt in dat veroordeelde zich rondom thuiswedstrijden en andere evenementen van FC Den Bosch vanaf 4 (vier) uren vóór het geplande aanvangstijdstip van de wedstrijd of het evenement tot 4 (vier) uren na het daadwerkelijke eindtijdstip van de wedstrijd of evenement niet mag ophouden in het gebied rond het stadion van FC Den Bosch, De Vliert , hetgeen wordt omsloten door de wegen Stadionlaan, Van Grobbendoncklaan, Westenburgerweg, Muntelbolwerk, Graafseweg, Hintham en De Grote Elst, met dien verstande dat de genoemde wegen zelf ook behoren tot het gebied, terwijl dit verbod dus ook geldt voor de horecagelegenheden binnen het gebied (zie ook de bij het vonnis in eerste aanleg gevoegde kaart).
Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 1 week voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan met een maximum van 6 maanden vervangende hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichting ingevolge de opgelegde maatregel niet op.
Beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
Computer (Personal), zwarte PC-kast met LG CD reader (Goednummer: 1984046)
Aldus gewezen door:
mr. T. van de Woestijne, voorzitter,
mr. drs. M.C.C. van de Schepop en mr. H.N. Brouwer, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. C.M. Jutte, griffier,
en op 16 oktober 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. Van de Schepop en mr. Brouwer zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.