ECLI:NL:GHSHE:2023:3264

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 september 2023
Publicatiedatum
5 oktober 2023
Zaaknummer
000809-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid raadkamer na aanvang van het onderzoek ter zitting in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte, die zonder vaste woon- of verblijfplaats is, had hoger beroep ingesteld tegen een bevel tot gevangenhouding dat op 6 september 2023 was gegeven. De zaak was eerder behandeld door de politierechter in een snelrechtprocedure, waarbij de behandeling was geschorst voor het horen van getuigen. De verdachte bevond zich op dat moment in bewaring op basis van een bevel tot inbewaringstelling van de rechter-commissaris.

Het hof heeft vastgesteld dat de officier van justitie op de zitting van de politierechter geen vordering tot gevangenhouding heeft ingediend, maar dat er wel een vordering was ingediend die na de aanvang van het onderzoek ter zitting door de raadkamer van de rechtbank is behandeld. Het hof oordeelt dat de raadkamer, gezien het systeem van de wet, niet meer bevoegd is om na de aanvang van het onderzoek ter zitting een bevel tot gevangenhouding af te geven. Aangezien de termijn van de bewaring van 14 dagen inmiddels was verstreken, was er geen titel meer voor de voorlopige hechtenis van de verdachte.

Het hof heeft daarom het hoger beroep toegewezen, de beschikking waarvan beroep vernietigd en de voorlopige hechtenis opgeheven. De beslissing is genomen door de voorzitter en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling strafrecht
Raadkamerappelnummer: [nummer]
Parketnummer 1e aanleg: [nummer]
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien de akte van de griffier van de rechtbank Oost-Brabant van [datum] , waarbij namens:

[naam verdachte]

geboren [op datum] te [plaats]
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande
thans verblijvende in [plaats detentie]
hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van
[datum] , bij welke beschikking de gevangenhouding van [verdachte] werd bevolen.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en verdachte, bijgestaan door zijn raadsman
mr. J.H.M. van Dinten.
Het hof heeft kennis genomen van het dossier.
Uit het dossier blijkt dat verdachte wordt verweten diefstal met geweld.
Namens verdachte is hoger beroep aangetekend tegen het bevel gevangenhouding dat is verleend op 6 september 2023.
Op diezelfde dag is de zaak van de verdachte aangebracht bij de politierechter in een zogeheten snelrechtprocedure. De politierechter heeft naar aanleiding van een op voorhand ingediend schriftelijk verzoek van de raadsman het onderzoek ter zitting geschorst en de behandeling aangehouden voor onbepaalde tijd ter fine van het horen van een tweetal getuigen. De zaak is daartoe verwezen naar de rechter-commissaris.
Verdachte bevond zich ten tijde van het uitroepen van de zaak op 6 september voor behandeling door de politierechter in bewaring krachtens een daartoe door de rechter commissaris verstrekt bevel tot inbewaringstelling.
De officier van justitie heeft nagelaten op zitting van de politierechter de gevangenhouding te vorderen. Wel was op voorhand een vordering gevangenhouding ingediend welke vordering op 6 september 2023 na de aanvang van het onderzoek ter zitting is behandeld door de raadkamer van de rechtbank. De raadkamer heeft de gevangenhouding bevolen. Uit het proces-verbaal van de raadkamerzitting blijkt dat inmiddels de behandeling ter terechtzitting van deze zaak was aangevangen.
Naar het oordeel van het hof is de raadkamer gelet op het systeem van de wet, niet meer bevoegd om na de aanvang van het onderzoek ter zitting, op vordering van het openbaar ministerie een bevel gevangenhouding af te geven.
Aangezien inmiddels de termijn van de bewaring, welke was gegeven voor de duur van 14 dagen, is verstreken, is er thans geen titel meer voor de voorlopige hechtenis van verdachte en zal het hof de beslissing waarvan beroep vernietigen en de voorlopige hechtenis opheffen.
Het hof wijst toe het beroep, vernietigt de beslissing waarvan beroep en heft op de voorlopige hechtenis.

BESCHIKKENDE IN HOGER BEROEP:

Wijst toe het hoger beroep.
Vernietigt de beschikking waarvan beroep.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte.
Aldus gedaan op 28 september 2023
door mr. O.M.J.J. van de Loo, voorzitter, mr. G.P.M.F. Mols en mr. S. Brinkhoff, raadsheren, in tegenwoordigheid van B. Yazi, griffier.
De advocaat-generaal bij dit Gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van verdachte.
's-Hertogenbosch, 28 september 2023
Gezien d.d.
De directeur van [detentieplaats]