ECLI:NL:GHSHE:2023:3200

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
3 oktober 2023
Publicatiedatum
3 oktober 2023
Zaaknummer
200.326.991_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep Labyrinth Bewind tegen C3 Rent B.V. inzake niet-ontvankelijkheid in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 3 oktober 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van Labyrinth Bewind tegen C3 Rent B.V. Het hoger beroep was ingeleid door Labyrinth Bewind, vertegenwoordigd door mr. J.H.M. Verstraten, tegen een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, dat op 15 februari 2023 was gewezen. Labyrinth Bewind, als appellante, had C3 Rent, vertegenwoordigd door mr. I. Vorbach, opgeroepen om te verschijnen ter openbare terechtzitting van het hof op 6 juni 2023. Echter, Labyrinth Bewind heeft geen grieven ingediend binnen de daarvoor gestelde termijn, waardoor het hof heeft geoordeeld dat Labyrinth Bewind niet-ontvankelijk is in het hoger beroep. Het hof heeft Labyrinth Bewind als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep, die zijn begroot op € 783,00 aan verschotten en € 591,50 aan salaris advocaat. Het arrest is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.326.991/01
arrest van 3 oktober 2023
in de zaak van
[appellante], h.o.d.n. Labyrinth Bewind, i.h.h.v. bewindvoerder over de goederen van [de onderbewindgestelde],
wonende te [woonplaats],
appellante,
hierna aan te duiden als Labyrinth Bewind,
advocaat: mr. J.H.M. Verstraten te Tegelen, gemeente Venlo,
tegen
C3 Rent B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te [vestiging/kantoorplaats],
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als C3 Rent,
advocaat: mr. I. Vorbach te Venlo,
op het bij exploot van dagvaarding van 6 mei 2023 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 15 februari 2023, door de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, gewezen tussen Labyrinth Bewind als gedaagde en C3 Rent als eiseres.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 9947919 \ CV EXPL 22-2890)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Labyrinth Bewind heeft bij voormeld exploot C3 Rent opgeroepen om te verschijnen ter openbare terechtzitting van dit hof van 6 juni 2023, waarbij in een nog in te dienen memorie van grieven nadere gronden zullen worden aangevoerd ter onderbouwing van de eis en conclusie zoals in de appeldagvaarding vermeld.
2.2.
Het hof heeft de zaak op de rol van 6 juni 2023 geselecteerd voor het houden van een mondelinge behandeling na aanbrengen. Partijen konden zich bij akte over dit voornemen op de rol van 4 juli 2023 uitlaten.
2.3.
Op die roldatum heeft de advocaat van Labyrinth Bewind zich aan de zaak onttrokken. De zaak is vervolgens op de voet van artikel 6.2 van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven (LPR) verwezen naar de rol van 18 juli 2023 voor stellen procesvertegenwoordiger Labyrinth Bewind en akte uitlaten omtrent een mondelinge behandeling na aanbrengen, ambtshalve peremptoir. Op die rol heeft zich voor Labyrinth Bewind geen nieuwe advocaat gesteld en is geen akte genomen.
2.4.
C3 Rent heeft op de rol van 1 augustus 2023 bij akte uitlaten het hof verzocht arrest te wijzen, waarin het bestreden vonnis wordt bekrachtigd, Labyrinth Bewind in de proceskosten wordt veroordeeld en het arrest uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard.
2.5.
De zaak is vervolgens naar de rol van 15 augustus 2023 verwezen voor stellen procesvertegenwoordiger Labyrinth Bewind en het nemen van de memorie van grieven, ambtshalve peremptoir. Ook op die rol heeft zich voor Labyrinth Bewind geen nieuwe advocaat gesteld en de memorie van grieven is niet genomen. Ingevolge artikel 6.4 van het LPR is daarmee het recht van Labyrinth Bewind om van grieven te dienen vervallen, omdat die proceshandeling niet binnen de daarvoor gestelde termijn is verricht en daarvoor geen nader uitstel is verkregen.
2.6.
Op de rol van 29 augustus 2023 stond de zaak voor beraad geïntimeerde. C3 Rent heeft het hof gevraagd om arrest te wijzen en de gedingstukken overgelegd.
2.7.
Het hof heeft daarna (op diezelfde roldatum) een datum voor arrest bepaald.

3.De beoordeling

Labyrinth Bewind heeft tegen het vonnis waarvan beroep geen grieven aangevoerd. Dit brengt mee dat Labyrinth Bewind niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het hoger beroep.
Labyrinth Bewind zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep.

4.De uitspraak

Het hof:
verklaart Labyrinth Bewind niet-ontvankelijk in het hoger beroep;
veroordeelt Labyrinth Bewind in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van C3 Rent tot aan deze uitspraak begroot op € 783,00 aan verschotten en op € 591,50 aan salaris advocaat;
verklaart dit arrest voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, E.H. Schulten en J.M.H. Schoenmakers en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 3 oktober 2023.
griffier rolraadsheer