Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- ‘in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod’ (
- ‘diefstal’ (
- ‘opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd’ (
- ‘opzettelijk mondeling zich jegens een persoon uiten, kennelijk om diens vrijheid om een verklaring naar waarheid of geweten ten overstaan van een rechter af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat die verklaring zal worden afgelegd’ (
- ‘in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod’ (
- ‘opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod’ (
- ‘diefstal’ (
nietheeft verklaard dat hij in élke ruimte is geweest, hij heeft verklaard dat hij zich nadien ook niet kon herinneren in welke ruimten hij exact is geweest, en ten slotte niet in elke ruimte een hennepkwekerij is aangetroffen, valt niet uit te sluiten dat zijn verklaring inderdaad naar waarheid is opgetekend, zodat het hof de verdachte in zoverre (partieel) zal vrijspreken.
Een proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1] op 5 april 2016, pagina 8 tot en met 9, voor zover inhoudende:
Een proces-verbaal hennepkwekerij en eerdere oogsten, opgemaakt door [verbalisant 7] op 22 mei 2016, pagina 63 tot en met 66, voor zover inhoudende:
het hof begrijpt hier en hierna telkens: koolstofdioxide] wordt door hennepkwekers gedaan om een hogere opbrengst per plant te genereren.
Kwekerij 2
Kwekerij 3
Kwekerij 4
Opkweekruimte
Hennepdrogerij/Hennepknipperij/Bedrijfsmatigheid
Diefstal elektrische energie loods
Diefstal water
Herkenning hennepplanten
Een proces-verbaal van verhoor [betrokkene 4] , opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] op 5 april 2016, pagina 133 tot en met 135, voor zover inhoudende:
Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] op 7 april 2016, pagina 30, voor zover inhoudende:
Een proces-verbaal onderzoek huurovereenkomst, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 7] op 22 mei 2016, pagina 54, voor zover inhoudende:
Een schriftelijk bescheid, te weten een aangifteformulier opgemaakt door [verbalisant 8] , namens Enexis B.V. , pagina 198 en 199, voor zover inhoudende:
Illegale aansluiting op onderzijde zekeringhouders.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 9] en [verbalisant 10] op 13 mei 2019, pagina 32, 33, 34, 36 en 37, voor zover inhoudende:
Het hof bezigt dit onderdeel van het proces-verbaal van verhoor in die zin dat de verdachte samengenomen verklaart dat hij met [betrokkene 2] heeft besproken dat hij moest vertellen dat er geen hennepplantage was en ook niets wat er op leek, en dus uitdrukkelijk niet in de zin dat dit ook daadwerkelijk de waarheid was]
Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] hoofdagent van de politie Eenheid Oost-Brabant, op 11 oktober 2017, pagina 189 en bijlagen op pagina 190, 192 en 194 van het proces-verbaal met registratienummer PL2100-2016019562, gesloten d.d. 4 augustus 2017 door verbalisant [verbalisant 1] , hoofdagent van politie Eenheid Oost-Brabant (doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 275) , voor zover inhoudende:
Een proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 2] bij de rechter-commissaris d.d. 21 maart 2019 (2 pagina’s), voor zover inhoudende:
Een schriftelijk bescheid, te weten een uitgewerkt tapgesprek d.d. 12 maart 2019 met sessienummer 371, pagina 10, voor zover inhoudende:
Beller: [telefoonnummer 2] ( ... ) t.n.v. [betrokkene 3] ( ... )
Een schriftelijk bescheid, te weten een uitgewerkt tapgesprek d.d. 16 maart 2019 met sessienummer 929, pagina 52 en 53, voor zover inhoudende:
Een schriftelijk bescheid, te weten een uitgewerkt tapgesprek d.d. 18 maart 2019 met sessienummer 1400, pagina 54, voor zover inhoudende:
Een proces-verbaal van verhoor getuige bij de raadsheer-commissaris d.d. 10 november 2022 (4 pagina’s), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [betrokkene 1] :
Een proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 11] en [verbalisant 12] op 12 februari 2020, pagina 5 tot en met 10, voor zover inhoudende:
Kweekruimte
het hof begrijpt: 16 november 2019] stond geschreven.
Glazen kas
Vaststelling hennep in de droogruimte
Hoofdpand/woonhuis
Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 13] , [verbalisant 14] en [verbalisant 15] op 6 februari 2020, pagina 112 en 113, voor zover inhoudende:
het hof begrijpt: de verdachte] met een sleutel de deur van het schuurtje opende. Ik, [verbalisant 13] , betrad samen met collega [verbalisant 16] en [verbalisant 11] de schuur. Ik zag dat [verbalisant 11] het luik opende in het schuurtje. Ik zag dat hier onder zich een pomp bevond. Ik zag dat er tegenover de pomp een kast stond die als deur diende. Ik zag dat verbalisant [verbalisant 11] een stuk houten vloer omhoog trok. Ik zag dat zich hieronder een gang bevond. Ik hoorde de man zeggen dat hij een afstandsbediening had om het luik te openen. Ik zag dat de man een afstandsbediening pakt. Ik zag dat hij op de knop van de afstandsbediening drukte. Ik zag dat er een automatische systeem in werking werd gezet waardoor luik verder geopend werd. Ik zag dat aan de onderkant van het luik een trap hing. Ik zag dat de man de trap pakte en dit tegen de wand zetten om naar beneden te kunnen gaan. Ik hoorde hem zeggen door het luik naar beneden mochten om te kijk in de ruimte. Ik hoorde verbalisant [verbalisant 11] vragen of er boobytraps aanwezig waren in de ruimtes. Ik hoorde de man zeggen dat deze er niet waren.
Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 12] , op 1 april 2020, pagina 114 en 115, voor zover inhoudende:
een rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 17] op 11 maart 2020, pag. 117 tot en met 120, voor zover inhoudende:
Een proces-verbaal van verhoor verdachte, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 18] op 6 februari 2020, pagina 147 e.v., voor zover inhoudende:
Een proces-verbaal van verhoor verdachte pv-nummer 2020027597-22, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 18] op 2 juli 2020, los bijgevoegd, doorgenummerd pg. 1 tot en met 10), voor zover inhoudende:
Een schriftelijk bescheid, te weten een aangifteformulier opgemaakt door [verbalisant 8] , namens Enexis Netbeheer d.d. 13 maart 2020, pagina 80, 98 en 99 voor zover inhoudende:
het hof: blijkens dossierpagina 20 gevestigd aan [adres 1] , zijnde het adres van de verdachte] in elk geval op het moment van binnentreden op 6 februari 2020 contractant was op genoemd perceel. (...) Bij controle van de netcomponenten (...) van Enexis Netwerkbeheer B.V. en de installaties in de meterkast van het genoemde pand heeft de fraude-inspecteur het volgende vastgesteld:(...)
Een schriftelijke bescheid, te weten een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [medewerker] werkzaam bij Enexis BV op 4 maart 2020, pagina 106 en 110, voor zover inhoudende:
4.2 Nadere bewijsoverwegingen t.a.v. feiten 1 en 2 onder parketnummer 01/860194-16’ (pagina 4 tot en met 6 van het vonnis waarvan beroep);
4.3 Nadere bewijsoverwegingen t.a.v. feiten 3 en 4 onder parketnummer 01/860194-16’ (pagina 6 en 7 van het vonnis waarvan beroep) behoudens de derde alinea van deze overwegingen. Die wordt vervangen door de volgende:
4.4 Nadere bewijsoverwegingen t.a.v. feiten 1, 2 en 3 onder parketnummer 01/860023-20’ (pagina 7 en 8 van het vonnis waarvan beroep).
diefstal.
diefstal.
€ 382,44toewijzen. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
20 (twintig) maanden;
Vordering van de benadeelde partij Enexis B.V.
€ 382,44 (driehonderdtweeëntachtig euro en vierenveertig cent)ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 april 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 382,44 (driehonderdtweeëntachtig euro en vierenveertig cent)als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 april 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
7 (zeven)dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op;