Op 13 juli 2023 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch een arrest gewezen in een strafzaak tegen een verdachte die was veroordeeld door de rechtbank Oost-Brabant op 21 juli 2021. De verdachte was aangeklaagd voor het medeplegen van het opzettelijk aanbieden en in voorraad hebben van valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken. De rechtbank had de verdachte hiervoor een gevangenisstraf van twee maanden opgelegd. Tegen dit vonnis heeft de verdachte hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die heeft verzocht om bevestiging van het vonnis van de rechtbank. De verdediging heeft een straftoemetingsverweer gevoerd, maar het hof heeft geoordeeld dat de argumenten die in hoger beroep zijn aangevoerd, niet tot andere overwegingen leiden dan die van de rechtbank.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank dan ook bevestigd, waarbij het hof zich verenigde met de overwegingen die de rechtbank in haar vonnis heeft neergelegd. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo, met mr. J.T.F.M. van Krieken en mr. A.C. Bosch als raadsheren. De uitspraak vond plaats ter openbare terechtzitting op 13 juli 2023.