Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch is behandeld, gaat het om een verzoek van de moeder om het gezamenlijk gezag over haar minderjarige dochter [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2008, te wijzigen naar eenhoofdig gezag. De moeder, die in hoger beroep is gegaan tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Limburg, stelt dat het in het belang van [minderjarige 1] is dat zij alleen het gezag over haar uitoefent. De vader heeft geen verweerschrift ingediend en heeft in een brief aangegeven dat hij geen verweer meer voert tegen de wijziging van het gezag, omdat [minderjarige 1] geen contact met hem wil en hij denkt dat het beter is voor haar ontwikkeling om hem als vader een stap terug te laten zetten.
Tijdens de mondelinge behandeling op 15 augustus 2023 zijn zowel de moeder als de vader gehoord, evenals de Raad voor de Kinderbescherming. Het hof heeft besloten om [minderjarige 1] niet te horen, omdat het belang van het kind zich daartegen verzet. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders het erover eens zijn dat het gezamenlijk gezag een negatieve druk op [minderjarige 1] uitoefent, wat haar afwijzing van de vader versterkt. Gezien de omstandigheden en de oprechtheid van de ouders, oordeelt het hof dat wijziging van het gezag noodzakelijk is in het belang van [minderjarige 1].
Het hof vernietigt de eerdere beschikking van de rechtbank Limburg en kent het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] toe aan de moeder alleen. Deze beslissing is genomen op 28 september 2023 en is uitvoerbaar bij voorraad.