Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
8.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 14 maart 2023;
- een akte zijdens [geïntimeerde 1] van 11 april 2023 met vijf producties;
- een antwoordakte zijdens [appellant] van 9 mei 2023.
9.De verdere beoordeling
- bij de splitsing van het oude perceel [nummer 4] is het de bedoeling van [appellant] en [persoon] geweest dat dit perceel in twee ongeveer gelijke delen zou worden gesplitst (r.o. 6.11);
- op grond van een in opdracht van [appellant] uitgevoerde meting is een schets van zijn perceel gemaakt op grond waarvan de oppervlakte daarvan zich globaal laat vaststellen op 287 m2, aangenomen dat een doorgetrokken lijn rechts van het woord ‘Schuur’ de actuele feitelijke erfgrens is, (r.o. 6.9);
- met het overleggen van de tekening en zijn verdere onderbouwing heeft [appellant] zijn standpunt dat de kadastrale grenscorrectie niet juist kan zijn, althans daaruit niet volgt dat de erfgrens ligt in het verlengde van een schuur op zijn perceel, voldoende onderbouwd (r.o. 6.12);
- voor de vaststelling van de ligging van de erfgrens zou een opname door medewerkers van het kadaster nodig kunnen zijn (r.o. 6.14.1), waarbij het het hof zinvol voorkomt om daarbij aanwezig te zijn (r.o. 6.14.2.);
- een beroep van [geïntimeerde 1] op schending van de klachtplicht (artikel 6:89 BW) en verjaring heeft het hof verworpen (respectievelijk in r.o. 6.16.1 en 6.16.3);
- met betrekking tot de toegankelijkheid van de ark aan de [adres] is tussen partijen op 11 juni 2016 een overeenkomst gesloten die mede door [appellant] is ondertekend (r.o. 6.18 en 6:20);
- een beroep van [appellant] op het bestaan van een wilsgebrek ten aanzien van deze overeenkomst heeft het hof verworpen (r.o. 6.19.2).
10.De uitspraak
en ten aanzien van het concept-rapport– partijen in de gelegenheid stelt/stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het rapport van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het rapport tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;